SP_PA 2_Herhaling Les 1 JAAR 3 22 23

Plattegrond H2.sp1
Suzanne
Meryem
Sarya
Elda
Amal
Siham
Imanuel
Owais
Aimen
Djaner
Symge
Daphne
Feven
Maissam
Zayna
Tifani
Shixin
Tina
Sanam
Mikail
Uteyba
Caitlyn
Hafsah
Mert
Mohamad
Docent
Deur
timer
5:00
Jas uit/Mobiel in je tas/Schrift+laptop op tafel
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Plattegrond H2.sp1
Suzanne
Meryem
Sarya
Elda
Amal
Siham
Imanuel
Owais
Aimen
Djaner
Symge
Daphne
Feven
Maissam
Zayna
Tifani
Shixin
Tina
Sanam
Mikail
Uteyba
Caitlyn
Hafsah
Mert
Mohamad
Docent
Deur
timer
5:00
Jas uit/Mobiel in je tas/Schrift+laptop op tafel

Slide 1 - Diapositive

¡Hola!

Slide 2 - Diapositive

Wat is de doel van vandaag?
Herhalen belangrijke grammatica van jaar 2!

- PARA/POR
- GERUNDIO
- WERKWOORDEN: GUSTAR,PARECER,INTERESAR

Slide 3 - Diapositive

Welke regels en waarden hebben wij afgesproken?

Slide 4 - Carte mentale

Werkwijze

Slide 5 - Diapositive

Wat heb jij nodig?
Elke les:

- Tekstboek 
- Schrift met ringen, A4.
- Pen
- Laptop

Slide 6 - Diapositive

Leeromgevingen
- Magister: Studiewijzer en agenda, toegang naar online werkboek.
- Teams: Les materiaal, huiswerk maken, communicatie via de chat.
- LessonUp: Instructie en oefenen.
- Cloudwise: Om in te loggen in je laptop.
- School: "Flipped" classroom.

Slide 7 - Diapositive

Hoe gaan we leren?
- Wat is de "flipped classroom"? De les is omgedraaid!

- Je voorbereid een onderwerp thuis. In de les gaan we aan de slag met vragen, oefenen en discussie.


Slide 8 - Diapositive

Hoe gaan we leren? Flipping the classroom
- Het onderwerp verschijnt in Magister als huiswerk voor de les. 

- Je gebruik je tekstboek, materiaal in Teams, Google om het onderwerp te onderzoeken.

- In de les, beginnen wij met een quiz om te zien of het duidelijk is.

- Ik heb een korte uitleg en je mag vragen stellen.

- Dan gaan wij aan de slag met praktische opdrachten.

Slide 9 - Diapositive

Hoe gaan we leren? Flipping the classroom
- Zo leer je BETER!

- Je bent ACTIEF in je eigen leerproces.

- Je komt in de les goed VOORBEREID.

- We kunnen MEER doen en snel VOORUITGANG boeken.

- Iedereen kan SUCCES ervaren en mooie cijfers behalen!

Slide 10 - Diapositive

Praktische zaken
- Vragen? Stuur een bericht via Teams! Geen dringendende berichten en t/m 22uur.

- Doe je huiswerk en leer de woordjes voor elke les.

- Houd Magister in de gaten!

- Maak aantekeningen in je schrift. 

Slide 11 - Diapositive

Welke woorden/uitdrukkingen zijn belangrijk om vriendelijk te zijn in de les?

Slide 12 - Question ouverte

"Frases clave" voor in de les
Hola 

¿Cómo estás? -> (Muy) bien, más o menos, mal

Adiós 

Gracias -> De nada

Perdón

Slide 13 - Diapositive

"Frases clave" voor in de les

Slide 14 - Diapositive

"Frases clave" voor in de les

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent...
¿Puedo ir al baño?
A
Mag ik naar de WC?
B
Mag ik de deur open maken?

Slide 16 - Quiz

Wat betekent...
¡No lo sé!
A
Ik wil het niet
B
Ik weet het niet
C
Ik doe het niet

Slide 17 - Quiz

Wat betekent...
¿Puede ayudarme?
A
Kunt u mij helpen?
B
Mag ik u helpen?
C
Mag u mij helpen?
D
Kan ik u helpen?

Slide 18 - Quiz

Herhaling
Repaso
Revision

Slide 19 - Diapositive

ESTAR          ZIJN
Yo
estoy
estás
El
está
Nosotros
estamos
Vosotros
estáis
Ellos
están

Slide 20 - Diapositive

Hoe maak je de gerundio?
Je maakt het gerundio met de juiste vorm van ESTAR en de stam van een werkwoord + ando of iendo

Yo estoy hablando español = hablar -> hablando
Yo estoy comiendo un taco = comer -> comiendo
Yo estoy escribiendo en Snapchat = escribir -> escribiendo

Slide 21 - Diapositive

¿Qué estás haciendo ahora?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

PARA: voor/om iets te doen
  • Ontvanger: 
    La entrada es para el teatro.
    La pizza es para mi  amiga.
  • Doel:  
    Yo chateo con María para descubrir su problema.
    Ella saca fotos para publicarlas en Instagram.
  • Mening:
    Para Tom, el fútbol es divertido.
    Para mí, Alexia es la princesa más bonita

Slide 24 - Diapositive

Yo compro chocolate para...

Slide 25 - Question ouverte

Yo voy al Johan de Witt por...

Slide 26 - Question ouverte

Yo estoy comprando pantalones por...

Slide 27 - Question ouverte

Ella está eligiendo fotos para...

Slide 28 - Question ouverte

Para mí, ... (geef je mening over iets).

Slide 29 - Question ouverte

Gustar/Parecer/Interesar
GUSTAR
PARECER
INTERESAR
Leuk vinden, lekker vinden, van iets/iemand houden
(op mij) lijken (opinie)
Interessant vinden

Slide 30 - Diapositive

- ¿Qué te gusta hacer?  ->A mí me gusta hablar francés.

 - A mí me gustan los partidos de fútbol.

- ¿Qué te interesa hacer?->A mí me interesa leer manga.

- A mí me interesan los museos de arte.

 Ejemplos

Slide 31 - Diapositive

¿Qué te parece la chica nueva?
        -> A mí me parece bien.
        -> A mí parece simpática.

A mí, la chica nueva me parece simpática.

A él, la clase de biología le parece interesante.

 Ejemplos

Slide 32 - Diapositive

Gustar: Leuk/lekker vinden
GUSTAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Leuk vinden, lekker vinden, van iets/iemand houden
Werkwoord

Slide 33 - Diapositive

¿Qué te gusta hacer?

Slide 34 - Question ouverte

Interesar: Interessant vinden
INTERESAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Interessant vinden
Werkwoord

Slide 35 - Diapositive

¿Qué films te interesan?

Slide 36 - Question ouverte

¿Qué films te interesan?

Slide 37 - Question ouverte

Parecer: Op (persoon) lijken
PARECER
Bijvoeglijke naamwoord
A mí + me
opinie geven, lijken
bijwoord

Slide 38 - Diapositive

¿Qué te parece TikTok?

Slide 39 - Question ouverte

GUSTAR/INTERESAR/PARECER
GUSTAR
INTERESAR
PARECER
A mí
me
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A tí
te
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A él/ella
le
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A nosotros
nos
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A vosotros
os
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A ellos
les
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)

Slide 40 - Diapositive

¡Hasta la próxima!

Slide 41 - Diapositive