Statistiek

Wat bereken je eerst voor het bepalen van de modale klasse en de modus bij een tabel met ongelijke klassenbreedte?
A
de frequentiedichtheid
B
de mediaan
C
de variatiebreedte
D
het gemiddelde
1 / 22
suivant
Slide 1: Quiz
WiskundeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat bereken je eerst voor het bepalen van de modale klasse en de modus bij een tabel met ongelijke klassenbreedte?
A
de frequentiedichtheid
B
de mediaan
C
de variatiebreedte
D
het gemiddelde

Slide 1 - Quiz

Het hoeveelheidsindexcijfer vind je door het prijsindexcijfer te delen door het waarde-indexcijfer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Wat is juist?
A
EPI = (EWI x EHI)/100
B
EPI = (EHI / EWI) x 100
C
EPI = (EWI / EHI) x 100
D
EPI = EWI / EHI

Slide 3 - Quiz

EPI
afzet (in stuks, dus) x prijs = omzet (in €, dus)
(EHI x EPI)/100 = EWI
maar dus ook:
omzet / afzet = prijs
en 
(EWI / EHI) x 100 = EPI

Slide 4 - Diapositive

Het hoeveelheidsindexcijfer kan bij dalende afzet ook negatief zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Een cumulatieve frequentiepolygoon is een stijgende lijn die nooit daalt, wel horizontaal kan lopen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Wat is NIET waar
A
De afzet kun je in een hoeveelheidindex uitdrukken
B
EPI = prijs verslagperiode / prijs basisperiode x 100
C
indexcijfers van de basisperiode zijn altijd 100
D
waarde = prijs x omzet

Slide 8 - Quiz


A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz


A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Als je twee klassen samenvoegt, wordt de klassenbreedte groter
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Hoe breder de klasse, hoe meer informatie verloren gaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Als je veel klassen hebt, ziet de cumulatieve frequentiepolygoon er minder hoekig uit.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Cumuleren is het optellen van een frequentie bij de som van de voorgaande frequenties
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

De cumulatieve frequentie die hoort bij de laatste waarneming is gelijk aan het totaal aantal waarnemingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De lijn van de cumulatieve absolute frequentie komt nooit boven de 100
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

De mediaan vind in in een grafiek van een cumulatieve relatieve frequentie precies bij 50%
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Waarde-indexcijfers zijn altijd groter dan het hoeveelheidsindexcijfer
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Een indexcijfer in de verslagperiode is ten opzichte van het basisjaar
A
hoger
B
lager
C
soms hoger, soms lager

Slide 19 - Quiz

Een product kostte in het basisjaar €70. Inmiddels is de prijs gestegen naar €89. De EPI is op dit moment
A
127
B
79
C
onbekend, omdat je niet weet hoeveel de index in het basisjaar is.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive