2.1 Sparen of beleggen? 2/2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Gedragsverwachtingen

1. Telefoons uit en in de zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

Startklaar?

Je legt het volgende op tafel:
1. Rekenmachine
2. JDW-map
3. Boek
4. Pen/potlood

Startklaar:

• HW-controle: Open je boek op blz.  36
• Vraag: verschil spaardeposito en gewone spaarrekening? 

Leerdoelen

1. Je kunt rekenen met samengestelde rente

2. Je kunt voorbeelden van beleggingen noemen en het risico noemen.

Noem de 3 spaarmotieven.

Vraag 5: Je zet €1.500 op een spaardeposito met 2,5% rente. Hoeveel rente ontvang je na 3 jaar. Schrijf je berekening op!

Gebruik de formule voor enkelvoudige rente:
Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Aan de slag

Maken: 1.3 opgaven 10 t/m 17 (blz. 39-41)

Tijd: 17 min

Hoe: zelfstandig of in duo's

Klaar: bespreek jouw antwoorden

 met een ander

Stel, ik zet € 2.000 op de bank. Rente = 5% per jaar.
B) Bereken rente jaar 15 als rente er ieder jaar op blijft staan (SI)

Verschil tussen beleggen in aandelen en obligaties?

Hoe ging het deze les?

1. Telefoons uit en in de zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen