Je kunt onderscheid maken tussen verschillende categorieën vluchtelingen.
Je kunt zowel positieve als negatieve argumenten over vluchtelingenstromen noemen.
Je weet hoe de EU de grensbewaking heeft georganiseerd.
Je weet hoe vluchtelingen proberen de grensbewaking te omzeilen.
Je weet wat de oorzaken kunnen zijn van toe- en afnames van vluchtelingenstromen.
Je kunt een onderbouwde mening geven over hoe jij vindt dat Nederland om moet gaan met vluchtelingen.