carnaval 2025
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel
Slide 2 - Quiz
Uit welke stad komt het liedje dat deze meneer zingt?
A
Kerkrade
B
Maastricht
C
Heerlen
D
Landgraaf
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Uit welke stad komt dit liedje?
A
Sittard
B
Kerkrade
C
Maastricht
D
Heerlen
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag
Slide 6 - Quiz
Welke periode komt na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort liedje is dit?
A
polonaise
B
wals
C
polka
D
mars
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
In welke gemeente
staat dit beeld?
staat dit beeld?
A
Heerlen
B
Maastricht
C
Kerkrade
D
Landgraaf
Slide 10 - Quiz
In welke stad is de ezel een
symbool voor de carnavalsvereniging?
symbool voor de carnavalsvereniging?
A
Heerlen
B
Maastricht
C
Kerkrade
D
Landgraaf
Slide 11 - Quiz
Hoe lang duurt de vastenperiode?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen
Slide 12 - Quiz
Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Welke soort optocht was dit?
A
Volwassenen optocht
B
Kinderoptocht
C
Een lichtjesoptocht
Slide 15 - Quiz
In welke gemeente was deze optocht?
A
Heerlen
B
Sittard
C
Brunssum
D
Landgraaf
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Wat smeren mensen op hun gezicht met carnaval?
A
schink
B
schmink
C
smink
D
schmik
