EHBsO lj 1 lw 2 reanimatie

EHBsO lesweek 2: reanimatie
In deze les:
  • Benaderen slachtoffer
  • Reanimeren
  • AED
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBsOMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

EHBsO lesweek 2: reanimatie
In deze les:
  • Benaderen slachtoffer
  • Reanimeren
  • AED

Slide 1 - Diapositive

STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
STAP 7
AED / 112
VEILIG VOOR MEZELF?
AANSPREKEN / SCHUDDEN
2 X BEADEMEN
VEILIG VOOR SLACHTOFFER?
30 BORSTCOMPRESSIES
CONTROLEER ADEMHALING

Slide 2 - Question de remorquage

Welke 3 lichaamsdelen gebruik je om de ademhaling te beoordelen?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Reanimatie:
  1. 30 borstcompressies
    - 5-6 cm diep
    - 100-120 x per minuut
  2. beademingen
    - 1 seconde inblazen, borstkas gaat omhoog en weer omlaag
    - totaal max 10 seconden voor beademen
  3. 30-2-30-2 etc.
  4. Na 2 minuten neemt een ander het over
  5. Ga door tot 1) teken van leven, of 2) hulpverleners nemen het over

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Quiz!

Slide 9 - Diapositive

Hoe heet het abnormale ademhalingspatroon bij een hartstilstand?
A
agonale ademhaling
B
snurken
C
gapen
D
gasping

Slide 10 - Quiz

Hoe diep moet de borstcompressie?
A
3-4 cm
B
5-6 cm
C
10 cm
D
20 cm

Slide 11 - Quiz

Hoeveel borstcompressies/ beademingen geef je?
A
10-2
B
20-2
C
30-2
D
30-5

Slide 12 - Quiz

Hoeveel seconden mag de beademing maximaal duren (de 2 beademingen)?

Slide 13 - Question ouverte

AED

Slide 14 - Carte mentale

AED
  • Analyseert hartritme
  • Geeft evt. een  schok 
  • overlevingskans is tot 7x zo groot

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

AED
  • Vochtige borstkas? - afdrogen!
  • Harige borstkas? -afscheren!
  • Pleisters? -verwijderen!
  • Pacemakers / piercings? - elektroden ernaast plakken!
  • Elektroden niet helemaal goed geplakt? - laten zitten!

Slide 18 - Diapositive

Quiz!

Slide 19 - Diapositive

Hoe kan je een AED ook noemen?
A
Automatische Externe Defibrilator
B
Defibrilator
C
Die dinges voor de reanimatie

Slide 20 - Quiz

Wat doet een AED niet?
A
beademen
B
schok geven
C
hartritme analyseren
D
zeggen wat de hulpverlener moet doen

Slide 21 - Quiz

Wie mag een AED niet gebruiken?
A
mantelzorgers
B
iemand die hem nooit een gebruikt heeft
C
iemand zonder EHBO
D
je mag een AED altijd gebruiken

Slide 22 - Quiz

Bedenk wat jij zou doen in de volgende situaties.

Slide 23 - Diapositive

Je bent alleen met het slachtoffer in het EHBO lokaal. Haal je de AED?

Slide 24 - Question ouverte

Het slachtoffer heeft over zijn hele borstkas piercings.

Slide 25 - Question ouverte

Tijdens de reanimatie kom je een niet-reanimatiepenning tegen, wat doe je?

Slide 26 - Question ouverte

Achtergrondinformatie hartfalen
Bij hartfalen raakt de kransslagader verstopt. Een deel van het hart krijgt geen zuurstof. Het hart kan 2 dingen doen: 
1) fibrileren, of 
2) stil staan
Er wordt geen bloed naar de hersenen gepompt. Dit heet een circulatiestilstand. 

Slide 27 - Diapositive

PAS OP! er volgt een filmpje van een OPEN HART OPERATIE


In dit filmpje zie je het hart defibrileren. Dan wordt de schok toegediend. Daarna gaat het hart weer normaal kloppen.
De AED kan ook zo'n schok toedienen.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

Noem 3 symptomen van een hartaanval voor je eigen geslacht

Slide 31 - Question ouverte

symptomen ERNSTIGE HARTKLACHTEN
  • drukkend, knijpend benauwd gevoel in de borst
  • pijn straalt uit naar kaken/armen
  • kortademig, zweten, bleek, duizelig, misselijk
  • angstig
    VROUWEN:
  • pijn in bovenbuik, hoog in de rug, vermoeid

Slide 32 - Diapositive

Quiz!

Slide 33 - Diapositive

De AED gebruik je als het s.o. in het water ligt.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

wat is de verhouding borstcompressies-beademingen ?

Slide 35 - Question ouverte

Hoe diep moeten de borstcompressies?

Slide 36 - Question ouverte

De AED bepaalt zelf of er een schok gegeven moet worden.

A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

Als je niet anders kan plak je de AED-stickers over piercings.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Wanneer helpt de AED?

A
als het hart stil staat
B
als het hart fibrileert
C
beide

Slide 39 - Quiz

Hartaanval:
Vrouwen hebben dezelfde symptomen als mannen.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

VRAGEN?

Slide 41 - Carte mentale