Hoofdstuk 2 D 17/12/'24

Welkom A2D
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom A2D

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
- Je leert verschillende soorten 
personages herkennen 
en hun gedrag te verklaren.

Slide 2 - Diapositive

Presentaties
Siddh en Rosa

Slide 3 - Diapositive

Lezen
Blz. 207

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag
- Kijk opd. 4,5, 7 en 8 op blz. 29/30 na.
Klaar?
- Maak opd. 1 t/m 9 op blz. 32.
Klaar?
- Maak een woordenlijst van de woorden op blz. 25,28,29.
Klaar?
- Ga een krantenartikel (nexisuni.com) zoeken, lezen in je leesboek of oefenen via LessonUp.

Slide 5 - Diapositive

Presentaties
Chris

Slide 6 - Diapositive


belichamen
A
elk ander mens
B
wat het bewonderen waard is
C
een menselijke vorm aan iets geven
D
bijeenbrengen

Slide 7 - Quiz


afhankelijk zijn van
A
hulp van iemand nodig hebben
B
wat het bewonderen waard is
C
karakterisering op basis van vooroordelen
D
bijeenbrengen

Slide 8 - Quiz


weerleggen
A
met argumenten aantonen dat het niet juist is
B
officiële beschuldiging
C
uit je eigen land
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 9 - Quiz


depressief
A
elk ander mens
B
in een zeer sombere stemming
C
beroemd
D
heel hevig

Slide 10 - Quiz


de legende

A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
oud verhaal dat waarschijnlijk niet helemaal waar is
C
beroemd
D
heel hevig

Slide 11 - Quiz


de aanklacht
A
zeer direct
B
officiële beschuldiging
C
opschudding
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 12 - Quiz


bewonderenswaardig
A
elk ander mens
B
wat het bewonderen waard is
C
beroemd
D
bijeenbrengen

Slide 13 - Quiz


de medemens


A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
oud verhaal dat waarschijnlijk niet helemaal waar is
C
elk ander mens
D
een menselijke vorm aan iets geven

Slide 14 - Quiz


de wandaad
A
slechte handeling
B
negatief besproken
C
opschudding
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 15 - Quiz


intens

A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
in een zeer sombere stemming
C
beroemd
D
heel hevig

Slide 16 - Quiz


roemrijk


A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
beroemd
C
heel hevig
D
een menselijke vorm aan iets geven

Slide 17 - Quiz


de commotie
A
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
B
negatief besproken
C
opschudding
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 18 - Quiz


het stereotype


A
karakterisering op basis van vooroordelen
B
in een zeer sombere stemming
C
heel hevig
D
een menselijke vorm aan iets geven

Slide 19 - Quiz


vergaren


A
wat het bewonderen waard is
B
beroemd
C
bijeenbrengen
D
een menselijke vorm aan iets geven

Slide 20 - Quiz


verguisd
A
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
B
negatief besproken
C
iemand die iets heeft gezien of gehoord
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 21 - Quiz


de nieuwlichterij
A
ergens de tijd voor nemen
B
nieuwigheid
C
allerlei
D
globaal, niet grondig

Slide 22 - Quiz


lineair

A
in de lengte
B
mondeling
C
allerlei
D
globaal, niet grondig

Slide 23 - Quiz


de getuige
A
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
B
zeer direct
C
iemand die iets heeft gezien of gehoord
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 24 - Quiz


allerhande


A
uitbreiden
B
mondeling
C
allerlei
D
globaal, niet grondig

Slide 25 - Quiz


oppervlakkig


A
uitbreiden
B
mondeling
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
globaal, niet grondig

Slide 26 - Quiz


vaderlands
A
uit je eigen land
B
zeer direct
C
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 27 - Quiz


het perspectief


A
punt van waaruit je naar iets kijkt
B
mondeling
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
ergens de tijd voor nemen

Slide 28 - Quiz


verruimen



A
allerlei
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
C
uitbreiden
D
ergens de tijd voor nemen

Slide 29 - Quiz


het initiatief
A
officiële beschuldiging
B
zeer direct
C
voorstel of handeling waarmee je iets in gang zet
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 30 - Quiz


de ontlezing



A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
C
punt van waaruit je naar iets kijkt
D
in de lengte

Slide 31 - Quiz


tijd uittrekken voor



A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
C
mondeling
D
ergens de tijd voor nemen

Slide 32 - Quiz


ongezouten
A
officiële beschuldiging
B
zeer direct
C
negatief besproken
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 33 - Quiz


oraal



A
uitbreiden
B
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
C
mondeling
D
allerlei

Slide 34 - Quiz


het blikveld



A
allerlei
B
wat je om je heen kunt zien door alleen je ogen te bewegen
C
het minder lezen van boeken door de bevolking in het algemeen
D
ergens de tijd voor nemen

Slide 35 - Quiz


omstreden
A
officiële beschuldiging
B
slechte handeling
C
negatief besproken
D
waarover niet iedereen het eens is

Slide 36 - Quiz

Huiswerk

Huiswerk woensdag: Maak opd. 4,5, 7 en 8 op blz. 29/30.

Slide 37 - Diapositive

Terugkijken
- Schrijf op wat een hyperlink is.
- Schrijf op wat ontlezing is.

Slide 38 - Diapositive

Huiswerk vr 6/10 4e uur
- Maak opd. 2,3,4,5,6,7 op blz. 120-121. en lees in je leesboek voor de leesclub.

Slide 39 - Diapositive

Klaar

Slide 40 - Diapositive

Lezen
Boek blz. 

Slide 41 - Diapositive

Huiswerk maandag 9/1 5e uur
- Maken opd. 1,2 blz. 157.

Slide 42 - Diapositive

Terugkijken
- Hoe vind je zinsdelen?
- Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?
- Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 43 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin?:

- Misschien heeft mijn neefje wel een voetbal gewonnen voor mij?

Misschien
heeft
mijn neefje
wel
een voetbal
gewonnen
voor mij
heeft gewonnen
pv
ow

Slide 44 - Question de remorquage

Maak zinsdelen bij de volgende zin:

- Tijdens mijn vorige vakantie heb een ik voor mijn vriendin een nieuwe armband gekocht in een leuk winkeltje.

Slide 45 - Question ouverte