Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Regels in de klas
Je hebt je spullen voor Nederlands bij je.
Je let op als ik iets vertel/uitleg.
Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
Aan het einde van de les staat je tafel recht en is je stoel aangeschoven.
We gaan respectvol om met de docent en met elkaar.
Slide 1 - Diapositive
Als je je niet aan de regels houdt
Mondelinge waarschuwing.
Naam op het bord met het 1e streepje achter je naam.
2e streepje = nablijven of uitgestuurd.
Slide 2 - Diapositive
Programma 2E 19-03
Lezen
Terugblik
Uitleg debatteren
Mini-debat voeren in groepjes.
Kijk/luisteroefening met een liedje.
Slide 3 - Diapositive
Herinnering aan maandag
De docent krijgt de klas niet stil. Jij bent de enige die ervoor kan zorgen dat je stil bent. Dat kan niemand anders voor je doen.
Een goede les maken we samen!
Slide 4 - Diapositive
Lezen
Dyslexie? Danmag je voor laten lezen op je Chromebook.
Slide 5 - Diapositive
timer
2:00
Slide 6 - Diapositive
We gaan verder met een terugblik naar de vorige les...
Slide 7 - Diapositive
Weet je nog?
Welke 2 betekenissen van het woord motiveren ken je nog?
Slide 8 - Diapositive
Samenvatting
Motiveren kan 2 dingen betekenen:
Iemand aansporen iets te doen
Uitleggen waarom je iets vindt.
Slide 9 - Diapositive
Voorbeeldzinnen met "motiveren"
De leraar vroeg aan Sam om zijn antwoord te motiveren, dus hij legde uit waarom hij die keuze had gemaakt.
Je moet motiveren waarom je te laat bent, anders krijg je misschien strafwerk.
In een discussie is het belangrijk om je mening te motiveren, zodat anderen begrijpen waarom je dat vindt.
Slide 10 - Diapositive
Motiveren kan ook iets anders betekenen
De leraar probeerde de leerlingen te motiveren om harder te werken door te zeggen dat ze dan een beloning kregen.
Lisa motiveerde haar beste vriend om door te zetten met sporten, omdat ze wist dat het goed voor zijn gezondheid was.
De coach gaf een motiverende speech om het voetbalteam enthousiast te maken voor de belangrijke wedstrijd.
Slide 11 - Diapositive
Wat we vandaag gaan doen
Je maakt kennis met debatteren.
Je gaat in groepjes een mini-debat voeren.
Slide 12 - Diapositive
Wat is een debat volgens jou?
Slide 13 - Diapositive
Laten we kijken naar een stukje van een debat ...
Slide 14 - Diapositive
docent.blink.nl
Slide 15 - Lien
Wat viel je op?
Wat gebeurt er tijdens een debat?
Slide 16 - Diapositive
Een debat
Een debat is een speciale soort discussie met regels.
Er zijn twee groepen: één is voor en één is tegen.
Elke groep heeft een mening over het onderwerp > standpunt.
Je gebruikt goede redenen (argumenten) om jouw mening te onderbouwen.
Het is niet de bedoeling dat het ruzie wordt!
Slide 17 - Diapositive
In de Tweede Kamer wordt elke dag gedebatteerd. Maar ook jij hebt deze vaardigheden vaker nodig dan je misschien denkt...
Slide 18 - Diapositive
Welke situatie kun je bedenken waarin je moet kunnen debatteren?
Slide 19 - Diapositive
Situaties waarin je debatteert
Ouders overtuigen – Bijvoorbeeld als je later thuis wilt komen of een nieuwe telefoon wilt. Je moet goede redenen geven om je ouders te overtuigen.
Vrienden overtuigen – Bijvoorbeeld als je wil bepalen welke film jullie kijken of waar jullie naartoe gaan. Je moet uitleggen waarom jouw idee het beste is.
Sport of hobby's – Bijvoorbeeld als je in een team zit en je het niet eens bent met een beslissing, moet je uitleggen waarom jouw idee beter is.
Slide 20 - Diapositive
Basisregels voor een goed debat
Stellingen > Je kunt het ermee eens zijn of niet.
Argumenten > goede argumenten zijn goed uitgelegd en kloppen. Er worden feiten gebruikt om de ander te overtuigen.
Spreekbeurten > Laat de ander uitpraten.
Respect > Geen geschreeuw of beledigingen.
Slide 21 - Diapositive
Mini debat in groepjes
We maken groepjes van 4 > met SOM2day. 1 iemand is de voorzitter.
Er komt een stelling op het bord. Bedenk of jij voor of tegen de stelling bent en bedenk een goed argument.
Om de beurt mag je zeggen of je het eens bent met de stelling of niet. We reageren nog niet op elkaar.
Als iedereen geweest is, mag je op elkaar reageren.
Slide 22 - Diapositive
Stelling 1: Je moet zelf je kamer opruimen. Dat is niet de taak van je ouders.
timer
5:00
Slide 23 - Diapositive
Hoe ging dit?
Is iedereen aan het woord gekomen?
Lukte het om rustig te blijven en te blijven luisteren naar de ander?
Werden jullie het eens?
Moet je het überhaupt altijd eens worden?
Slide 24 - Diapositive
Ronde 2
We wisselen de groepjes.
Slide 25 - Diapositive
Stelling 2: social media maakt vriendschappen sterker
timer
5:00
Slide 26 - Diapositive
Ronde 3
We wisselen de groepjes.
Slide 27 - Diapositive
Stelling 3: Iedereen zou een bijbaantje moeten hebben vanaf 14 jaar.
timer
5:00
Slide 28 - Diapositive
Terugkijken
Wat vond je goed gaan?
Wat was lastig?
Wat heb je geleerd?
Welk cijfer zou je jezelf geven en waarom?
Slide 29 - Diapositive
Kijken en luisteren oefenen met het liedje kleur van Snelle
Vul tijdens het kijken/luisteren de vragen op je blad in.
Slide 30 - Diapositive
Waarom zijn kijk/luistervaardigheden eigenlijk belangrijk denk je?
Slide 31 - Diapositive
Kijken/luistervaardigheden
Kijk- en luistervaardigheden zijn superbelangrijk, omdat je die elke dag gebruikt, vaak zonder dat je het doorhebt! Hier zijn een paar redenen waarom het handig is om hier goed in te worden...
Slide 32 - Diapositive
Waarom kijk/luistervaardigheden belangrijk zijn
Handig bij school en werk
Nepnieuws en reclame doorzien.
Gesprekken makkelijker voeren.
Veiligheid in het dagelijks leven – Denk aan verkeersinformatie, of omroepberichten op het station.