3.2 Weerstand en geleidbaarheid - les 1

§3.2 Geleidbaarheid 
en weerstand

  • Opstart
  • herhaling §3.1
  • Uitleg weerstand van geleidbaarheid
  • Praktijk

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§3.2 Geleidbaarheid 
en weerstand

  • Opstart
  • herhaling §3.1
  • Uitleg weerstand van geleidbaarheid
  • Praktijk

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je aangeven wat weerstand is en welke invloed die heeft op de stroomsterkte

Slide 2 - Diapositive

Het symbool U wordt gebruikt voor...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère
D
volt

Slide 3 - Quiz

De eenheid van spanning is ...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère (A)
D
volt (V)

Slide 4 - Quiz

Het symbool I wordt gebruikt voor...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère
D
volt

Slide 5 - Quiz

De eenheid van stroomsterkte is ...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère (A)
D
volt (V)

Slide 6 - Quiz

Geleidbaarheid (G) in 
Siemens (S)
Geleiders en isolatoren
Metalen zijn goede geleiders. Maar ook water en koolstof zijn goed geleiders. Ze hebben een hoge geleidbaarheid.

Hout, plastic, glas zijn isolatoren, ze hebben een hoge weerstand.

Slide 7 - Diapositive

Geleidbaarheid

Slide 8 - Diapositive

Weerstand (R) in Ohm (Ω)

Slide 9 - Diapositive

de weerstand berekenen
je gebruikt de volgende formule:

weerstand = spanning : stroomsterkte

weerstand ( R) meet je in ohm (Ω)
spanning ( U ) meet in je volt ( V)
stroomsterkte (I) meet je in Ampère ( A)

Slide 10 - Diapositive

Aantekening
Geleidbaarheid (G) in Siemens (S)
Geeft aan hoe goed een voorwerp elektrische stroom geleid. 

Weerstand (R) in Ohm (Ω)
Geeft aan hoe slecht een voorwerp elektrische stroom geleid.

Slide 11 - Diapositive

Hoe kleiner de weerstand,
A
hoe groter de stroomsterkte
B
hoe kleiner de spanning
C
hoe kleiner de stroomsterkte

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Wat gebeurt er met de weerstand als een draad langer wordt?
Denk aan ademen door een rietje? Stroomt de lucht makkelijker door een lang of een kort rietje?
A
De weerstand wordt kleiner
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt groter

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er met de weerstand als de doorsnede toeneemt
Denk aan ademen door een rietje? Stroomt de lucht makkelijker door een dun of een dik rietje?
A
De weerstand wordt kleiner
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt groter

Slide 15 - Quiz

Weerstand van een
draad
  • Dikte
  • Lengte
  • Materiaal 

Slide 16 - Diapositive

Het I,U-diagram
Het diagram hiernaast is een I,U-diagram.
Je kunt er uit aflezen welke stroom (I) gaat lopen bij een bepaalde spanning (U).

Waarom is het geen U,I-diagram?

Slide 17 - Diapositive

Praktisch
maak een schakeling waarbij de spanning en stroomsterkte kan meten. Kies hierbij voor de lamp of weerstand
laat de schakeling controleren
zet de transformator aan.
maak een tabel met de stroomsterkte en spanning per percentage van 0 tot 80 % in stappen van 5 %
Maak een I,U diagram passend bij de tabel


Slide 18 - Diapositive