Verspreiding van de Islam

Opkomst van de Islam
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Opkomst van de Islam

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

Herhalen met blooket 
Uitleg
video

Slide 2 - Diapositive

Herhaling met Blooket.
We gaan herhalen met blooket.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
Wat de Islam is.
Hoe de Islam verspreid is.
Wat een 

Slide 4 - Diapositive

Het verhaal van Mohammed
In 570 n.C. wordt Mohammed geboren.​


Op een dag kreeg Mohammed een droom. Allah (God) sprak tot hem. Mohammed werd een profeet: ​
- boodschapper​
 - voorspellingen doen ​




Slide 5 - Diapositive

Met deze droom ontstond de islam:​

 - onderwerping aan de wil van Allah.​

Aanhangers van de islam worden moslim genoemd. ​

Alle verhalen staan in de Koran:​
 - regels​
 - hoe te leven






Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Arabische veroveringen
Mohammed stichtte een islamitische staat waar mensen zich moesten houden aan de regels van de islam.​


De Kaäba in Mekka werd na een hevige strijd de heiligste plek voor moslims. ​

Hoe noemen we een islamitisch gebedshuis?​
moskee



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

De Arabische veroveringen
Mohammed had veel macht en was godsdienstig en politiek leider. 
Hij heeft erg veel gebieden veroverd.

Na de dood van Mohammed in 632 kwamen er opvolgers; de kaliefen. ​


Zij gaan door met veroveren en verspreiden van de islam. ​
Hoe verspreiden de kaliefen de islam?​
De kaliefen veroverden, vaak met geweld, veel gebieden waardoor 
het islamitische rijk werd uitgebreid.​

Welke drie steden zijn belangrijk voor de moslims?​
Mekka, Medina en Jeruzalem





Slide 11 - Diapositive

De arabische wereld
De Arabische cultuur:​

 - moskeeën​
 - Arabische taal ​
 - islamitische wetten​

Christenen en joden mochten hun geloof houden en werden goed behandeld (tolerantie).​

Ze moesten wel meer belasting betalen omdat ze niet in het leger hoefde.​







Slide 12 - Diapositive

Contact tussen moslims en Christenen
Er waren vreedzame contacten:​

 - handel drijven met specerijen uit Indonesië. ​

 Maar ook oorlogen:​
 - kruistochten:​
 Tussen 1000-1300 gingen legers van christelijke soldaten naar Jeruzalem om de stad terug te veroveren.




Slide 13 - Diapositive

Jodendom
Christendom
Islam
Thora
De Bijbel
Koran
Moskee
Synagoge
Kerk
Christen
Jood
Moslim
Mohammed
Jezus van Nazareth

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is een kalief?
A
Een nieuwe profeet.
B
Iemand die in de Islam geloofd.
C
Een opvolger van Mohammed.
D
Een opvolger van de koning.

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je iemand die hoort bij de islam?
A
Christen
B
Joods
C
Boeddhist
D
Moslim

Slide 16 - Quiz

Priesters
Monnik
Nonnen
Paus
Werkten in de kerk
Woonden in vrouwenkloosters.
Hadden veel macht over het volk.
Leefden in kloosters 
Bidden en werken.
Gaven preken
Leren lezen en schrijven
Baas van de katholieke kerk.

Slide 17 - Question de remorquage

1ste rang
2de rang
3de rang
4de rang
Adel
Politieke macht
Geen macht
Geestelijken
Burgers en boeren.
Godsdienstige macht
Koning

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Lien