klas 2 ontkenning ne pas, plus , jamais, rien, pas encore

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

De ontkenning

Leerdoelen

1. Ik herken een ontkenning in het Frans.

2. Ik kan een Franse zin op 5 manieren ontkennend maken.

Leerdoel 1

Ik herken een ontkenning in het Frans.

In welke zin staat een ontkenning in het Frans?

1. J'ai acheté deux pommes.
2. Est-ce que tu veux un coca?
3. Je ne vais pas à l'école aujourd'hui.
4. Je ne mange jamais des frites.

In welke zin staat de ontkenning JUIST?

1. Il pas regarde n'un film.
2. Elle n'aime pas la viande.
3. Nous ne pas regardons un film.
4. Sophie déteste ne pas le français.

Ik had allebei de vragen goed beantwoord.

Ja

Nee

Il ne regarde pas la télé.

NE / N'

PAS

Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)

Onderwerp

Rest van de zin

Nog twee voorbeelden...

Il veut acheter un jean. 

Il ne veut pas acheter un jean.

Elle a mangé un hamburger.

Elle n'a pas mangé un hamburger.

Attention!

C'est possible.

Ce n'est pas possible.

Il y a une pharmacie.

Il n'y a pas de pharmacie.

C'est

Il y a

In welke zin staat een ontkenning in het Frans?

1. Mon père a joué au foot.
2. Samuel ne parle pas français.
3. Tu pars en vacances?
4. Elles n'adorent pas les maths.

In welke zin staat de ontkenning JUIST?

1. On aime ne pas le foot.
2. Ne vous pas marchez dans la rue.
3. Je ne veux pas écouter cette chanson.
4. Paul ne pas cherche un livre.

Ik had allebei de vragen goed beantwoord.

Ja

Nee

Leerdoel 2

Ik kan een Franse zin op 5 manieren ontkennend maken.

Welke ontkenning betekent "niet meer"?

1. ne...plus
2. ne...pas
3. ne...jamais
4. ne...rien

Vertaal: "Ik heb niets gegeten".

1. Je n'ai jamais mangé.
2. Je n'ai pas mangé.
3. Je n'ai pas encore mangé.
4. Je n'ai rien mangé.

Ik had allebei de vragen goed beantwoord.

Ja

Nee

Verschillende ontkenningen

ne ... pas	niet (geen)	Je ne mange pas de viande.	Ik eet niet (geen) vlees.
ne ... plus	niet (geen) meer	Je ne mange plus de viande.	Ik eet niet (geen) vlees meer .
ne ... jamais	nooit	Je ne mange jamais de viande.	Ik eet nooit vlees.
ne ... rien	niets	Je ne mange rien .	Ik eet niets .
ne ... pas encore	nog niet	Je ne mange pas encore de viande.	Ik eet nog niet (geen) vlees.

niet

nooit

nog niet

niet meer

niets

ne ... plus

ne ... rien

ne ... jamais

ne ... pas

ne ... pas encore

De zinsopbouw blijft hetzelfde!

NE / N'

PAS

PLUS

PAS ENCORE

JAMAIS

RIEN

Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)

Onderwerp

Rest van de zin

Voorbeelden

J'ai un chien. 

(niet meer) Je n'ai plus de chien.

Mes parents vont à la plage.

(nooit) Mes parents ne vont jamais à la plage.

Elle écrit.

(niets) Elle n'écrit rien.

Welke ontkenning betekent "niet meer"?

1. ne...plus
2. ne...pas
3. ne...jamais
4. ne...rien

Vertaal: "Ik heb niets gegeten".

1. Je n'ai jamais mangé.
2. Je n'ai pas mangé.
3. Je n'ai pas encore mangé.
4. Je n'ai rien mangé.

Ik heb allebei de vragen goed beantwoord.

Ja

Nee

Maak de volgende zin ontkennend met "nooit" > Nous allons au cinéma.

Maak de volgende zin ontkennend met "nog niet" > Elle veut un lapin.

Au travail!

Page 22 > exercices 16c + 17abc + 18

Opdracht 17d is een uitdaging voor degene die de stof goed begrijpt!