Herhaling H3.9 en H3.10

Op een kruispunt mag ik wel stilstaan maar niet parkeren.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Op een kruispunt mag ik wel stilstaan maar niet parkeren.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quiz

Een bestuurder van een voertuig mag met zijn voertuig niet op een fietsstrook stilstaan maar wel ernaast.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 2 - Quiz

Wat betekent een parkeerverbod?
A
Niet stilstaan.
B
Alleen stilstaan voor laden/lossen en in-/uitstappen mag.
C
Alleen stilstaan voor in- en uitstappen mag.

Slide 3 - Quiz

Bij een bord bushalte ontbreekt de geblokte markering. Binnen hoeveel meter geldt dan het verbod stilstaan?
A
9 meter.
B
10 meter.
C
11 meter.
D
12 meter.

Slide 4 - Quiz

Wat is bij een stilstaan verbod bij een bushalte nog wel toegestaan?
A
Laden en lossen en in-/uitstappen personen.
B
Er mag in zijn geheel niet worden stilgestaan.
C
In-/uitstappen personen.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 6 - Diapositive


A
Stopverbod.
B
Stilstaan verbod.
C
Parkeerverbod.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 8 - Diapositive


A
Een verbod om in te rijden.
B
Een stopverbod.
C
Een parkeerverbod.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 10 - Diapositive


A
Verboden op de stoep te parkeren.
B
Parkeren op de stoep toegestaan met 2 wielen.
C
Parkeren op de stoep verplicht met 2 wielen.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 12 - Diapositive


A
Parkeren t.b.v. overstappen OV.
B
Parkeren t.b.v. carpoolen
C
Parkeren t.b.v. internationaal vrachtverkeer.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 14 - Diapositive


A
Verbod voertuigen zwaarder dan 4800 kg..
B
Verbod voertuigen met aslast groter dan 4800 kg.
C
Verbod voertuigen zwaarder dan 48000 kg.
D
Verbod voertuigen met aslast groter dan 48000 kg.

Slide 15 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 16 - Diapositive


A
Verbod vrachtverkeer.
B
Verbod vrachtverkeer met bepaalde gevaarlijke stoffen.
C
Verbod voertuigen met bepaalde gevaarlijke stoffen.
D
Verbod vrachtverkeer met vaste stoffen.

Slide 17 - Quiz

Wat betekent dit bord?

Slide 18 - Diapositive


A
Verbod voertuigen breder dan 10 meter.
B
Verbod voertuigen langer dan 10 meter.

Slide 19 - Quiz