Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nederlands 1-10
Wat gaan we doen deze les?
Spullen op tafel
Inplannen SO Woordenschat H1,2,3
Theorie H2 Woordenschat: figuurlijk taalgebruik
Zelfstandig werken
Slide 1 - Diapositive
Inplannen SO Woordenschat
Woordenschat H1,2,3:
Woordbetekenissen gebruiken
Figuurlijk taalgebruik
Voorvoegsels
Dinsdag 12 oktober
Slide 2 - Diapositive
Leren
Je leert voor de toets door:
De groene blokken in je boek te lezen
Opdrachten van Woordenschat H1,2,3 doornemen
Het theorieoverzicht leren
De woordenlijsten leren via Quizlet
Slide 3 - Diapositive
Theorie Woordenschat H2
Wat betekent deze zin?
Kinderen lijken qua karakter op hun ouders.
Als de appel valt, valt hij vlak naast de boom.
Slide 4 - Diapositive
Theorie Woordenschat H2
Wat betekent deze zin: Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Zonder toezicht doet men wat hij wil
Als de kat weg is, dan dansen de muizen op tafel
Slide 5 - Diapositive
Letterlijk
De woorden die er staan, hebben de betekenis zoals ze bedoeld worden.
Figuurlijk
De woorden die er staan, hebben eigenlijk een andere betekenis. Er wordt iets anders bedoeld, dan wat er staat.
Uitdrukkingen
Spreekwoorden
Slide 6 - Diapositive
Oefening
Je weet nu de twee betekenissen van De appel valt niet ver van de boom en Als de kat van huis is, dansen de muizen.
Log in via www.Lessonup.app. en voer je eigen naam in.
Geef per betekenis aan of het letterlijk of figuurlijk bedoeld is.
Slide 7 - Diapositive
Letterlijk
Figuurlijk
1.1 Kinderen lijken qua karakter op hun ouders
1.2 Als de appel valt, valt hij vlak naast de boom
2.1 Zonder toezicht doet men wat hij wil
2.2 Als de kat weg is, dan dansen de muizen op tafel
Slide 8 - Question de remorquage
Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
LETTERLIJK
Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles
Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
FIGUURLIJK
Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles
Slide 9 - Diapositive
Wat is de letterlijke betekenis van: Hij woont in het hart van de stad.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de figuurlijke betekenis van: Hij woont in het hart van de stad.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de letterlijke betekenis van: Toen hij te laat kwam, zag de docent dat door de vingers.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de figuurlijke betekenis van: Toen hij te laat kwam, zag de docent dat door de vingers.
Slide 13 - Question ouverte
Letterlijk
De woorden die er staan, hebben de betekenis zoals ze bedoeld worden.
Figuurlijk
De woorden die er staan, hebben eigenlijk een andere betekenis. Er wordt iets anders bedoeld, dan wat er staat.
Uitdrukkingen
Spreekwoorden
Slide 14 - Diapositive
Opzoeken in het woordenboek
Als je een uitdrukking of spreekwoord in het woordenboek opzoekt, zoek je bij het eerste zelfstandige naamwoord/belangrijkste woord van de zin. Werkt dat niet? Dan een ander belangrijk woord.
Slide 15 - Diapositive
Oefening
Zoek in het woordenboek de betekenis op van de volgende zinnen:
We sliepen onder de blote hemel.
De nieuwe skipiste is het neusje van de zalm.
Na de overstroming zaten de boeren met de gebakken peren.
Slide 16 - Diapositive
Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
basis: 1 t/m 4 op blz. 66-70
Je werkt zelfstandig en geconcentreerd. Geluidsniveau is laag.