Goederenrecht les 1: Inleiding

Goederenrecht les 1
Inleiding 
Vermogensrecht
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GoederenrechtMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Goederenrecht les 1
Inleiding 
Vermogensrecht

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even voorstellen!
Angela Verton
Docent recht
an.verton@summacollege.nl
06 - 34 33 94 19

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klas aanmaken LessonUp
Voer de volgende code in:
njyxu
Voer je voor- en achternaam in
Dan zit je in de klas!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat deze onderwijsperiode eruit zien?
  • Goederenrecht lesweek 1 t/m 4
  • Verbintenissenrecht lesweek 5 t/m 8
  • Arbeidsrecht (1x per week) 

Iedere les duurt 1,5 uur

Goederenrecht en verbintenissenrecht zijn examenvakken!!
Einde van dit schooljaar wordt het examen 'Basiskennis recht' afgenomen!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je meenemen?
  • Basisboek Juridisch
  • Wettenbundel deel I (privaatrecht)
  • Pen en papier
  • Laptop 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Studiewijzer
Les 1: Inleiding en vermogensrecht (hoofdstuk 10.1 en 10.2)
Les 2: Goederen (hoofdstuk 10.3)
Les 3: Goederen - de absolute rechten (hoofdstuk 10.3)
Les 4: Verkrijging van goederen (hoofdstuk 10.4)
Les 5: Verkrijging van goederen - overdracht  (hoofdstuk 10.4)
Les 6: Kort geding (hoofdstuk 7.6)
Les 7: Een rechtszaak in het goederenrecht - het kort geding 
Les 8: Herhaling/oefentoets

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogensrecht... waar denk je aan bij vermogen?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen
Juridisch begrip vermogen: iemands bezittingen en schulden of eigenlijk op geld waardeerbare rechten en plichten.

Een voorbeeld: voordat je nieuwe kleding koopt, heb je geld op jouw rekening staan. Na de aankoop heb je minder geld op jouw rekening staan, maar heb je er wel een nieuw kledingstuk bij. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen vervolg
Een vermogen kan een positief of een negatief saldo hebben.

Positief: meer bezittingen dan schulden
Negatief: meer schulden dan bezittingen 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogensrecht
Het vermogensrecht regelt alles rondom het vermogen. 

Het vermogensrecht bestaat uit:
1. Goederenrecht (= beschrijving van het absolute vermogensrecht)
2. Verbintenissenrecht (=beschrijving van de relatieve rechten; prestaties die personen van elkaar tegoed hebben (altijd een recht en een plicht)

Met allebei de rechtsgebieden gaan jullie deze OP dus aan de slag!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken vermogensrechten:
Vermogensrechten zijn de rechten waaruit iemands vermogen is opgebouwd. 

Twee kenmerken:
1. op geld waardeerbaar (waarde in geld uitdrukken)
2. je kunt ze overdragen aan een ander

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vermogensrechten
De kenmerken hebben we net gezien. 
Nu gaan we kijken naar welke soorten vermogensrechten er zijn:

Twee soorten:
1. Absolute rechten 
2. Relatieve rechten 
Om te weten of je met absolute of relatieve rechten te maken hebt, moet je jezelf de vraag stellen ten opzichte van wie je deze rechten kunt handhaven.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Absolute rechten
Rechten die iemand heeft over een goed en die door iedereen gerespecteerd moeten worden. 

Het eigendomsrecht is dus een absoluut recht. 
Voorbeeld: Henk is eigenaar van een auto. Hij mag de auto gebruiken zoals hij dat wil. Hij mag de auto bijv. verkopen of uitlenen. M.a.w. hij heeft de zeggenschap over zijn auto en iedereen om hem heen moet dat respecteren. Anderen mogen de auto niet verkopen, zo maar lenen etc. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Relatieve rechten
Rechten die de ene persoon alleen ten opzichte van die andere persoon heeft. 

Relatieve rechten worden ook wel verbintenissen genoemd.

Voorbeeld: Kai heeft zijn opleiding afgerond en zijn studieboeken voor 200 euro aan Merel verkocht. Maar Merel komt haar betalingsverplichting niet na. Kai kan alleen Merel aanspreken om te betalen. Kai heeft namelijk alleen het recht om van Merel geld te ontvangen en niet van iemand anders. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar te vinden in de wet?
Waar is het vermogensrecht te vinden in de wet?

Goederenrecht: Boek 3 en 5 van het BW
Verbintenissenrecht: Boek 6 en 7 van het BW

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vermogensrecht regelt alles rondom het vermogen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de twee kenmerken van vermogensrechten?

Slide 17 - Question ouverte

1. op geld waardeerbaar (waarde in geld uitdrukken)
2. je kunt ze overdragen aan een ander
En welke twee soorten vermogensrechten zijn er?

Slide 18 - Question ouverte

1. Absolute rechten
2. Relatieve rechten

Een absoluut recht geldt t.o.v. een persoon.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een relatief recht wordt ook wel een verbintenis genoemd.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten/huiswerk:
Maak de opdrachten 3, 4 en 5 (H10, Basisboek Juridisch)

Niet af? Huiswerk!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting: wat hebben we geleerd?
  • Wat is het vermogensrecht?
  • Wat zijn de kenmerken van het vermogensrecht?
  • Welke twee soorten van het vermogensrecht kennen we?
  • Wat zijn absolute en relatieve rechten?
  • Waar is dat geregeld in de wet?

Vragen?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions