Wat moet je leren voor de toets?
3.5 woorden -> je moet weten hoe je een woordvierkant maakt!
3.7 grammatica -> woordsoorten
3.8 spelling -> samenstellingen van zelfstandige naamwoorden
4.7 grammatica -> jou/jouw en als/dan
4.8 spelling -> stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en voltooid deelwoord