Wiskunde H2.1 negatieve en positieve getallen
1 / 27
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Lien
>
<
=
=
kleiner dan
groter dan
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is kleiner?
A
-5,8
B
-16,1
Slide 9 - Quiz
Welke is groter?
A
-4
B
4
Slide 10 - Quiz
Welke is groter?
A
-1
B
5
Slide 11 - Quiz
Welke is groter?
A
-2
B
-5
Slide 12 - Quiz
- 6 is groter dan ....
A
-5
B
-8
C
10
D
8
Slide 13 - Quiz
5
6
kies de juiste:
groter dan
kleiner dan
Slide 14 - Question de remorquage
Wat is kleiner?
A
-2
B
-5
Slide 15 - Quiz
<
Betekent kleiner dan
Betekent kleiner dan
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Wat is kleiner?
A
9
B
-11
Slide 17 - Quiz
Gelijk aan
Groter dan
Kleiner dan
<
>
=
Slide 18 - Question de remorquage
’s Middags is de temperatuur 6°C.
‘s Avonds zakt de temperatuur naar –5°C.
Wat is het verschil in temperatuur?
‘s Avonds zakt de temperatuur naar –5°C.
Wat is het verschil in temperatuur?
A
-11
B
11
C
-1
D
1
Slide 19 - Quiz
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
1
B
8
C
7
D
6
Slide 20 - Quiz
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
7
B
9
C
15
D
1
Slide 21 - Quiz
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
7
B
9
C
15
D
1
Slide 22 - Quiz
Wat is het verschil in temperatuur tussen -11 en -8?
A
19
B
4
C
3
D
6
Slide 23 - Quiz
Wat is het verschil in temperatuur tussen -2 en 2?
A
3
B
4
C
5
