MCAWIS lj 3h dt 1 week 0 - Exponentieel

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom

1. Welkom

2. Programma

3. Verbanden

4. Exponentiëel verband

5. Oefenen

6. Samen afsluiten

Doel: 
- kennismaken

- ik heb mijn voorkennis over exponentiële verbanden opgehaald

1. Welkom

Ik ben

Jullie zijn   

Wat verwacht je van wiskunde dit jaar?

Wat neem je mee naar de les?

• Tekstboek Moderne wiskunde deel A ( en later B)
• Ruitjesschrift met ruitjes van 1 cm bij 1 cm 
• Pen, potlood, gum en twee kleurpotloden
• Geodriehoek
• Passer (wanneer dat wordt aangegeven)
• Rekenmachine (GEEN grafische)

2. Programma - les

1. Welkom
2. Programma
3. Verbanden
4. Exponentiëel verband
5. Oefenen
6. Samen afsluiten

2. Programma - deeltaak

Hoofdstuk 1 - Exponentieel verband

Hoofdstuk 4 - Verbanden herkennen

2. Programma - jaar

DT1: Toets (2 hfst)

DT2: PO + Toets (1hfst)

DT3: Toets (2hfst)

DT4: Toets (2hfst)

DT5: Toets (2 hfst)

DT6: Toets wiA of wiB

2. Programma - jaar

DT1: Toets (2 hfst)

DT2: PO + Toets (1hfst)

DT3: Toets (2hfst)

DT4: Toets (2hfst)

DT5: Toets (2 hfst)

DT6: Toets wiA of wiB

• Eerste deeltaak: wiskunde A én wiskunde B.
• Dit jaar wordt het verschil steeds duidelijker. 
• Per toets %A en %B score

3. Verbanden

Wat is een verband?

3. Verbanden

RELATIE

Vriendschap

Broer-zus

Verkering

ouder-kind

buren

collega's

Welke soort verbanden ken je? (in de wiskunde)

4. Exponentiëel verband

Wat was dat ook alweer?!?!

4. Exponentiëel verband

Wat was dat ook alweer?!?!

5. Oefenen

5. Oefenen

1. Lees de theorie

2. Overleg met je buur

3. Vraag je docent

6. Samen afsluiten

Doel: 
- kennismaken

- ik heb mijn voorkennis over exponentiële verbanden opgehaald

Check: doelen behaald?

6. Samen afsluiten

Doel: 
- kennismaken

- ik heb mijn voorkennis over exponentiële verbanden opgehaald

Check: doelen behaald?

Agenda:

Voorkennis H1 af

(gemaakt, nagekeken, verbeterd, vragen genoteerd)

4. Exponentiële formule

De standaardformule die hoort bij exponentiële groei is:

b is het begingetal

g is de groeifactor

t is de tijd

B=b⋅g​t​​

De factor bij procenten

Als iets met een aantal procenten toe- of afneemt kan je het beginaantal vermenigvuldigen met een factor. 

De factor: 

​100​​aantal.procenten.na.de.verhoging.of.verlaging​​

Bij een factor >1 neemt de hoeveelheid toe, 

Bij een factor <1 neemt de hoeveelheid af

De factor bij procenten

Als een hoeveelheid meerdere keren procentueel verandert,  kan je dat uitrekenen door de factoren met elkaar te vermenigvuldigen. 

Een hoeveelheid neemt eerst met 18% toe, daarna met 5% af. Met hoeveel % verandert de hoeveelheid? 

                                   

de hoeveelheid neemt  12,1 % toe. 

  

1,18⋅0,95=1,121

De factor bij procenten

De groeifactor: 

​100​​aantal.procenten.na.de.tijdseenheid​​

​100​​104​​=1,04

Je krijgt per jaar 4% rente

Dan heb je na een jaar 104%

De groeifactor is:

​100​​94​​=0,94

Het aantal haaien neemt met 6% per jaar af

Na een jaar is er nog 94% over

De groeifactor is:

Bij een groeifactor >1 is er toenama, 

Bij een factor <1 is er afname

De toename is 15%
de factor is dan:

1. 0,15
2. 0,85
3. 1,15

De toename is 1,5%
de factor is dan:

1. 0,15
2. 0,985
3. 1,015
4. 1,15

De afname is 6%
de factor is dan:

1. 0,06
2. 0,4
3. 0,6
4. 0,94

De afname is 0,4%
de factor is dan:

1. 0,04
2. 0,4
3. 0,96
4. 0,996

Werken aan de leerstof

Weektaak:

Deze week werk je aan de volgende leerstof:

Maken opdracht:

V-2 / V-5 / V-7 / 1 / 3 / 4 / 6ad / 7 / 8  

10 / 13 / 16 / 17 / 19 / 21 / 22

Uitdaging: 14