leerdoelen:
3.2.3 Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert.
3.2.4 Je kunt beschrijven wat stoom is.
Verdampen en condenseren
Als je een natte handdoek op de radiator van de verwarming legt, dan verdampt het water. Het water wordt waterdamp en gaat uit de handdoek. De handdoek wordt droog. Dit veranderen van vloeibaar naar gas noem je verdampen. Waterdamp is een gas. Waterdamp kun je niet zien.
Water verdampt bij elke temperatuur. Maar als het warmer is, verdampt water sneller. Daarom leg je natte spullen op de verwarming om ze sneller te drogen.
Als je water kookt, ontstaat er ook waterdamp.
De damp van kokend water noem je stoom.
Waterdamp en stoom kun je niet zien. Maar stoom die afkoelt in de lucht,
verandert in heel kleine druppeltjes. Die druppeltjes kun je wel zien.
Je ziet dan een wolkje.