hv2 leesvaardigheid 1.3, 2.3 en 3.3 - herhaling

Nederlands
leesvaardigheid 
1.3, 2.3 & 3.3
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
leesvaardigheid 
1.3, 2.3 & 3.3

Slide 1 - Diapositive

Deze les gaan we de stof uit paragraaf 1.3, 2.3 en 3.3 herhalen

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
Na deze les heb je geoefend met paragraaf 1.3, 2.3 en 3.3 en weet je waar je nog aan moet werken.

Slide 3 - Diapositive

Welke tekstverbanden weet je allemaal?

Slide 4 - Question ouverte

Welk tekstverband zie je hier?

Slide 5 - Diapositive

Ik had twee nachten niet geslapen. Daardoor was ik ontzettend moe.
A
samenvattend tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tekstverband oorzaak en gevolg
D
tegenstellend tekstverband

Slide 6 - Quiz

Net als in Amerika gaan ook in Europa steeds meer mensen naar fastfoodketens.
A
opsommend tekstverband
B
vergelijkend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
concluderend tekstverband

Slide 7 - Quiz

Al met al ben ik zeer tevreden over hoe jullie gewerkt hebben.
A
samenvattend tekstverband
B
redengevend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
uitleggend tekstverband

Slide 8 - Quiz

Er zijn vier tekstdoelen: informeren, overtuigen, activeren en amuseren.
Bij elk tekstdoel hoort een tekstsoort  met verschillende tekstvormen.

Slide 9 - Diapositive

- Stripboek
- Advertentie
- Boekbespreking
- Verslag
amuseren
Overtuigen
Informeren
Activeren

Slide 10 - Question de remorquage

voorbeelden
informatieve teksten

Slide 11 - Carte mentale

De hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat altijd uit de mening van de schrijver.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Vaak vind je de hoofdgedachte van een tekst in de inleiding of slotalinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van de inleiding van een tekst?

Slide 14 - Question ouverte

inleiding


Allereerst bedoelt om aandacht te trekken.
verder:
- onderwerp benoemen;
- aanleiding noemen;
- centrale vraag stellen;
- mening geven;
- samenvatting geven;



Slide 15 - Diapositive

Wat is de functie van het slot van een tekst?

Slide 16 - Question ouverte

Slot
- een conclusie geven;
- een samenvatting geven;
- een advies geven.

Slide 17 - Diapositive

Wat is de functie van deze inleiding?

Slide 18 - Diapositive

Wat is de functie van deze inleiding?
A
Het onderwerp benoemen.
B
Een centrale vraag stellen.
C
De aanleiding voor het schrijven van de tekst benoemen.

Slide 19 - Quiz

Je stelt jezelf vragen over de tekst.
is de schrijver deskundig? is de informatie betrouwbaar?
Over welke leesstrategie gaat dit?
A
Zoekend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
kritisch lezen
D
verkennend lezen

Slide 20 - Quiz