Klas 2KT1 - Lesweek 4 - Les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Achtung!

Mobieltjes en oortjes in je tas 

(niet in je zak).

Je gaat op je eigen plaats zitten.

Op tafel liggen je:

- Boek

- Schrift

- Etui

Was macht ihr diese Stunde?

- Hausaufgaben checken

- Ein Ballspiel

- Oktoberfest

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- We oefenen nog een keer de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord "sein".

- Na deze les weet je alles van "das Oktoberfest".

Hausaufgaben kontrollieren

KT	TH
Machen	Machen
Aufgabe 1 + 2 auf S. 170 (zie bijlage in Teams).	Aufgabe 1 + 2 auf S. 170
19: Sprachmittel: Duitse zin overschrijven in je schrift en de Nederlandse vertaling eronder schrijven.	22: Sprachmittel: Duitse zin overschrijven in je schrift en de Nederlandse vertaling eronder schrijven.

S. 170 - Aufgabe 1	S. 170 Aufgabe 2
ich bin du bist er / Peter ist sie / Ingrid ist es / das Kind ist wir sind ihr seid sie sind Sie sind	1. sind Sie 2. Er ist 3. bist du 4. Ich bin 5. Es ist 6. Wir sind 7. Seid ihr 8. Sie ist 9. Sie sind

Hausaufgaben voor volgende week.

KT	TH
Machen	Machen
S. 20 Aufgabe 14, 15	S. 20 Aufgabe 16, 17
Lernen	Lernen
S. 27 Sprachmittel	S. 29 Sprachmittel

ein Ballspiel

Wie is mijn spelleider?

Ga allemaal staan.

Wie te langzaam is of een fout antwoord

geeft, gaat zitten.

De winnaar krijgt een zakje Haribo!!

ik ben

jij bent

hij is / Hans is

zij is / Sandra is

het is

wij zijn

jullie zijn

zij zijn

u bent

Oktoberfest

Wat weet jij van "das Oktoberfest"?

Bayern is het op een na grootste Bundesland van Deutschland.

1. richtig
2. falsch

De hoofdstad van Bayern is Hamburg.

1. richtig
2. falsch

De voetbalverreniging FC Bayern München is de grootste vereniging ter wereld.

1. richtig
2. falsch

De uitvinder van de spijkerbroek komt uit Bayern.

1. richtig
2. falsch

Hoeveel bezoekers komen er jaarlijks naar het Oktoberfest?

1. Zwei Million Besucher
2. Drei Million Besucher
3. Vier Million Besucher
4. Fünf Million Besucher

Hoe wordt het Oktoberfest door de "locals" genoemd?

1. Wiesn
2. Theresiafest
3. Herbstfest
4. Bayernfest

Het allereerste Oktoberfest (1810) was eigenlijk bruiloft van een prins en een prinses.

1. richtig
2. falsch

Das Oktoberfest ist ein Jahrmarkt.

Je ziet zo een filmpje van 2 minuten.

De vraag die je gaat beantwoorden is

Wat is "ein Jahrmarkt"?

Let op! Ook al versta je niet alles, je kunt toch het antwoord op de vraag vinden.

06:01

Was ist "ein Jahrmarkt"?

1. Een kerstmarkt
2. Een pretpark
3. Een kermis
4. Ik weet het niet.

Möchtest du das Oktoberfest besuchen?

Hausaufgaben voor volgende week staan in SOM.

Volgende beginnen we met Duits "sprechen".

KT	TH
Machen	Machen
S. 20 Aufgabe 14, 15	S. 20 Aufgabe 16, 17
Lernen	Lernen
S. 27 Sprachmittel	S. 29 Sprachmittel