Hoofdstuk 4, Paragraaf 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Tekst

Hoofdstuk 4, paragraaf 3. 

Verspreiding van het christendom

Wat gaan wij doen vandaag?

• Terugblik
• Studiewijzer
• Instructie
• Aan de slag!
• Afsluiting!

Bron 1: In het midden staat missionaris Willibrord. Willibrord staat ook bekend als de "apostel der Friezen", soms ook als "apostel van de Lage Landen". Hij is bekend omdat hij de Friezen in de 8e eeuw wist te bekeren tot het christendom

Terugblik

Jullie krijgen een stift van de docent. 

Jullie mogen in twee minuten zo veel mogelijk opschrijven over...

Het Frankische Rijk

Studiewijzer 6 - 02 t/m 10 - 02

Week 10	Lesdoel	Opdracht
6 - 03 / 10 - 03	Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde. Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was. Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.	Maak opgave 1 t/m 13 van paragraaf 5.3

Van natuurgoden naar christendom

Nog niet iedereen in West-Europa was christelijk. Er werd nog volop geloofd in natuurgoden.

Christenen noemden deze mensen heidenen =

''De naam die christenen gaven aan mensen die geloofden in natuurgoden en -krachten.''

Bron 2: Kaart van Nederlanden rond het jaar 720. In het noorden zaten de de Friezen die geloofden nog in natuurgoden. In het zuiden zaten de christelijke Franken.

Van natuurgoden naar christendom

Christelijke leiders vonden dat heidenen bekeerd moesten worden naar het christendom.

In veroverde gebieden werden kloosters en kerken gebouwd. 

Hier woonden monniken en nonnen die hun leven gewijd hadden aan het christendom. 

Bron 3: Opgravingen van de Abij in Susteren. Dit klooster is tot op heden de oudste die in Nederland is gevonden. 

Van natuurgoden naar christendom

Sommigen monniken probeerden het christendom te verspreiden. 

Zij die het christendom onder de Germanen probeerden te verspreiden noemen wij missionarissen. 

Bekijk bron 3 en bron 4 mee. 

Bron 3

Missionaris Bonifatius is bij Dokum vermoord nadat hij de Germanen daar wilden bekeren.

Bron 4

Willibrord had meer succes, omdat heidense gebruiken en feesten werden gekoppeld aan belangrijke christelijke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld winterfeest wordt Kerstmis

Herhaling

Hoe zorgden de kloosters er voor dat het christendom zich kon verspreiden?

Aan de slag!

Lees: Hoofdstuk 4, paragraaf 3.

Maak: Opgave 1 t/m 13

Klaar?

Nakijken opdrachten met nakijkboekje.

Leren paragraaf 3 Hfst 4

Doorgaan met paragraaf 4 Hfst 4.

Afsluiting

Stiftentijd!!!!

Schrijf op het bord op:

Wat heb jij geleerd vandaag over de verspreiding van het christendom? 

Tekst

Hoofdstuk 4

Paragraaf 1 + 2.

Herhaling. 

Wat gaan wij doen vandaag?

• Groepjes vormen.
• Herhalingsopdracht
• Afsluiting

Bron 1: In het midden staat missionaris Willibrord. Willibrord staat ook bekend als de "apostel der Friezen", soms ook als "apostel van de Lage Landen". Hij is bekend omdat hij de Friezen in de 8e eeuw wist te bekeren tot het christendom

Terugblik paragraaf 1 + 2

Fase 1

Jullie gaan groepjes vormen van 5 leerlingen.

Er moeten uiteindelijk 6 groepjes gevormd zijn.

Zet de tafels in groepjes van 5. 

Terugblik paragraaf 1 + 2

Fase 2

Jullie gaan een leerdoel van paragraaf 1 of 2 uitwerken.

Jullie gaan proberen een woordweb te maken over het doel. 

Je kan je boek hiervoor gebruiken. 

Schrijf het volgende op:

Begrippen, gebeurtenissen, Jaartallen, personen, uitleg over het doel. 

Regels: Niet lopen, niet naar andere groepjes. Overleg in eigen groepje mag.

Terugblik paragraaf 1 + 2

Fase 3

Met je groepje wissel je door naar een andere tafel.

Lees het andere doel en controleer of alles compleet is.

Noteer met een andere kleur wanneer er iets ontbreekt.

Dit doen we totdat je bij elke tafel geweest bent. 

Regels: Niet lopen, niet naar andere groepjes. Overleg in eigen groepje mag. niet naar andere groepjes. Overleg in eigen groepje mag.

Terugblik paragraaf 1 + 2

Fase 4

Ga terug naar het doel wat je in het begin hebt uitgewerkt.

Bekijk of er aanpassingen zijn gedaan aan jullie blad.

Overleg met elkaar.

Bereid hier een korte pitch voor.

Regels: Niet lopen, niet naar andere groepjes. Overleg in eigen groepje mag.

Terugblik paragraaf 1 + 2

Fase 5

Ga terug naar het doel wat je in het begin hebt uitgewerkt.

Bekijk of er aanpassingen zijn gedaan aan jullie blad.

Overleg met elkaar.

Regels: Niet lopen, niet naar andere groepjes. Overleg in eigen groepje mag.

Tekst

Hoofdstuk 4

Paragraaf 3 - toevoeging

Wat gaan wij doen vandaag?

• Studiewijzer
• Instructie
• Afsluiting
• SO Bespreken

Bron 1: In het midden staat missionaris Willibrord. Willibrord staat ook bekend als de "apostel der Friezen", soms ook als "apostel van de Lage Landen". Hij is bekend omdat hij de Friezen in de 8e eeuw wist te bekeren tot het christendom

Studiewijzer 

Week 10	Lesdoel	Opdracht
20 - 03 / 24 - 03	Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde. Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was. Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.	Maak opgave 1 t/m 13 van paragraaf 5.3

Een christelijke cultuur

Het geloof speelde in de middeleeuwen een belangrijke rol:

• Baby's werden gedoopt
• Mensen trouwden in de kerk
• Begravingen bij de kerk

Elke kerk had een priester die contact had met god en mensen kon helpen om te leven volgens het geloof.

De standensamenleving

In de middeleeuwen geloofden mensen dat de samenleving in standen was verdeeld.

Je hebt een vaste plek en taak.

Je was volgens de middeleeuwers geboren in je stand en je kon er ook niet meer uit.

De standensamenleving

Er waren drie standen:

De 1e stand/Geestelijkheid.

''Zij die bidden''

De 2e stand/Adel

''Zij die vechten''

De 3e stand/Boeren

''Zij die werken''

Bron 4: Middeleeuwse gravure over de standensamenleving.

Afsluiting

Schrijf op het bord het volgende op:

Wat is de standensamenleving?

Hoe zag de standensamenleving er uit?

Aan de slag!

Vind je paragraaf 3 nog lastig?

Lees: Hoofdstuk 4, paragraaf 3.

Klaar?

Begin met lezen paragraaf 4 van Hoofdstuk 4.

Begin met het maken van opgave 1 t/m 13