Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Brood
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je over brood
Slide 2 - Carte mentale
Doel:
Na het maken van deze les:
Weet jij wat het verschil is tussen bloem meel.
Wat je kunt maken van meel en bloem.
Je weet de vier ingredienten van brood te benoemen.
Ken je verschillende soorten brood.
Weet je hoe focaccia gemaakt wordt.
Slide 3 - Diapositive
Brood; de basis
Brood bestaat uit 4 basisingrediënten:
Meel of bloem van een bepaalde graansoort
Water
Rijsmiddel: gist of desem
Zout
Toevoegingen bijvoorbeeld:
Noten, zaden, gedroogd fruit, melk, eieren.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Gluten en allergie
Brood bevat gluten.
Sommige mensen zijn allergisch voor gluten.
Maar wat zijn gluten?
Slide 7 - Diapositive
Gist
Gist zet suiker om in alcohol en koolzuurgas (ook kooldioxide of CO2 genaamd).
Het gaat de bakker vooral om de werking van het koolzuurgas. Dat vormt belletjes in het deeg, die niet kunnen ontsnappen. Deze ontelbare belletjes duwen het deeg omhoog.
Tijdens het bakken vervliegt de alcoholdamp en het koolzuurgas. De belletjes zorgen voor de luchtige gaatjes in het brood.
Slide 8 - Diapositive
Water
Water is erg belangrijk om brood te maken. Zonder water kan brood niet rijzen en kan er geen deeg gemaakt worden.
De hoeveelheid water bepaalt mede het type brood. Zo zit er in ciabattabrood een heel andere hoeveelheid water per kilo meel dan in volkorenbrood.
Bij weinig water wordt de korst taaier en het kruim droger.
Bij meer water wordt de korst krokanter en het kruim malser.
Slide 9 - Diapositive
Zout
Zout is belangrijk voor de smaak van brood en zorgt er ook voor dat het deeg beter verwerkbaar is.
Zout zorgt ook voor een beter volume, een krokantere korst en een langere malsheid doordat zout het vocht in het brood langer vasthoudt.
Het zout dat door bakkers wordt gebruikt is speciaal bakkerszout, dat rijker is aan jodium dan het gewone keukenzout.