H7 deel 2 mavo 4 2020

Chapitre 7
Rendez-vous au Maroc!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chapitre 7
Rendez-vous au Maroc!

Slide 1 - Diapositive

Carte de Maroc

Slide 2 - Diapositive

SPÉCIALITÉS DE MAROC

Slide 3 - Diapositive

Résumé
Maroc / Marrakech!
Les activités: film / concert
Les verbes vouloir et pouvoir
Prendre un rendez-vous
Aller au restaurant
Commander des plats
les conditionnel (zouden)

Slide 4 - Diapositive

Résumé

Start deel 2 hoofdstuk 7
Kijk- en luistertoets

SE II is repetitie hoofdstuk 7 met tekst

Zie magister voor data en inhoud.


Slide 5 - Diapositive

Est-ce que tu as fait de la cuisine en Noël?
Antwoord in het Frans met een hele zin.

Slide 6 - Carte mentale

Vertaal de volgende zin in het Frans: Mijn lievelingsgerecht is...

Slide 7 - Question ouverte

Nomme quelques plats en français!

Slide 8 - Carte mentale

Quel jour?
Les jours de la semaine

Slide 9 - Diapositive

À quelle heure?
Les heures:

À huit heures
À huit heures  et quart
À huit heures et demi
À huit heures moins le quart

Slide 10 - Diapositive

Opdracht: vervoeg het werkwoord vouloir in de présent.

Slide 11 - Carte mentale

Vervoeg het werkwoord pouvoir in het Frans in de présent.

Slide 12 - Carte mentale

Vervoeg vouloir en pouvoir, gebruik de volgende tijden:
1. De passé composé    dus de vtt      voorbeeld: ik heb gewerkt
2. De imparfait                  dus de ovt     voorbeeld: ik werkte
3. De futur                            dus de tt        voorbeeld: ik zal werken

Slide 13 - Diapositive

Parler français
Hoe vraag je: 
* Heeft u een tafel gereserveerd? Wilt u iets drinken?
* Heeft u liever vlees of vis?  Heeft u een keuze gemaakt?
* Heeft het gesmaakt?
Hoe zeg je:
* Ja, ik heb gereserveerd op naam van.....  * Voor mij een cola, alstublieft.
* Ik heb liever vlees. * Als voorgerecht zou ik graag soep willen.
* Ja, het was heel lekker / Nee, het was niet lekker.

Slide 14 - Diapositive

Vous avez réservé une table?
Oui, j'ai réservé au nom de .......

Slide 15 - Diapositive

Vous voulez boire quelque chose?
Pour moi, un coca s'il vous plaît. 

Slide 16 - Diapositive

Vous préférez la viande ou le poisson?
Je préfère la viande.

Slide 17 - Diapositive

Quelle attraction est moins chère?
Le jeu de piste est moins cher que le musée.




Slide 18 - Diapositive

Vous avez choisi?
Comme entrée, je voudrais de la soupe.

Slide 19 - Diapositive

Ça a été?
Oui, c'était très bon.
Non, ce n'était pas bon.

Slide 20 - Diapositive

Afsluitende begroeting!
À tout à l'heure
Au revoir
À bientôt
À plus
À vendredi
À ce soir
À demain

Slide 21 - Diapositive

Welke tijden ken je allemaal?
Bijvoorbeeld: de tt
tegenwoordige tijd (présent)

Slide 22 - Carte mentale

4 tijden
Présent                    (tegenwoordige tijd)      ik eet, ik werk,  ik ben, ik wil

Passé composé   (voltooid tegenwoordige tijd)  ik heb gegeten,
                                                          ik heb gewerkt,  ik ben geweest, ik heb gewild.

Imparfait               (onvoltooid verleden tijd) Ik at, ik werkte, ik was, ik wilde

Futur                       (de toekomende tijd) ik zal eten, ik zal werken, ik zal zijn,
                                                                                                                                  ik zal willen

Slide 23 - Diapositive

Je wint de jackpot.
Wat zou je met dat geld willen doen?

Slide 24 - Carte mentale

Vertaal: Ik zou graag een groot huis willen kopen.

Slide 25 - Question ouverte

conditionnel
*Over welke tijd spreken wij als wij het hebben over de conditionnel?
* Welke werkwoord hoort hierbij?
* Hoe komt deze tijd tot stand als je gaat vervoegen?

Slide 26 - Diapositive

Conditionnel
* De conditionnel: een wens en/of beleefdheidsvorm
* zouden
* hele werkwoord + uitgang:  donner / je donnerais
* uitgang uit je hoofd leren
* bij onregelmatige werkwoorden (8 stukst) alles uit het hoofd.

Slide 27 - Diapositive