Leesvaardigheid periode 2 les 2

Leesvaardigheid periode 2 les 2
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid periode 2 les 2

Slide 1 - Diapositive

Dilemmaspel

Slide 2 - Diapositive

Wat klinkt voor jou beter?
zittenblijven
doubleren

Slide 3 - Sondage

Wat klinkt voor jou beter?
hoog- en laagopgeleiden
mbo-, hbo- en wo-opgeleiden

Slide 4 - Sondage

Wat klinkt voor jou beter?
mbo-studenten
mbo-leerlingen

Slide 5 - Sondage

Wat klinkt voor jou beter?
Leerlingen met een handicap
gehandicapte leerlingen

Slide 6 - Sondage

Welk alternatief voor thuiszitters?

Slide 7 - Carte mentale

Taalgids Laks
Begin april presenteerde het Landelijk Akie Komitee Scholieren (LAKS) een taalgids met tips om bij te dragen aan een ‘inclusiever schoolklimaat waarin iedere leerling gelijk is’. De publicatie van de gids levert zeer gemengde reacties op van politici, leraren en socialemediagebruikers. Sommigen vinden de adviezen een goede manier om na te denken over termen die gevoelig kunnen liggen bij leerlingen, anderen riepen op tot een opheffing van het LAKS, omdat ze zich niet moeten bemoeien met taalgebruik. - 4 havo/vwo, 5 havo/vw

Slide 8 - Diapositive

Bespreek in duo's 
  • Beschrijf zo precies mogelijk een situatie waarin je je onprettig voelde of nadeel hebt ondervonden of juist werd voorgetrokken, omdat er nadruk werd gelegd op je gender, je leeftijd, huidskleur of opleidingsrichting. Welke woorden of handelingen maakten de situatie onprettig of nadelig/voordelig?

  • Breng onder woorden wat de situatie met jou deed; hoe voelde je je
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Aandachtig lezen (2 artikelen)

Slide 10 - Diapositive

Citeren
Citeren is het letterlijk overnemen van een woord, woordgroep of zin uit een tekst.

Citeren kan zo:
Je neemt de hele zin over
Of
“Eerste twee woorden (let op: begin met hoofdletter) … laatste twee woorden. “(regel 2-5)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

https://www.bruuttaal.nl/files/LAKS-teksten.pdf
 
Vraag
Het LAKS presenteert zijn taalgids als advies, maar in de berichtgeving worden de adviezen soms benoemd als (verplichte) regels. Dat komt door de woordkeuze van de auteur. Citeer in totaal acht zinnen uit beide artikelen; vier die de taalgids als adviserend uitleggen en vier die de taalgids meer als regelgevend neerzetten.

Schrijf de zinnen op in je schrift (overleg is prima)

Slide 13 - Diapositive

Citaten die de adviesfunctie benadrukken
  • Met een inclusieve taalgids hoopt het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (Laks) een einde te maken aan ‘benadelend’ taalgebruik in het onderwijs zoals ‘laagopgeleiden’ en ‘zwarte scholen’.
  • Verder gebruikt de scholierenorganisatie liever ‘leerlingen met een beperking’ dan ‘het gehandicapte kind’ en ‘thuis zittende leerlingen’ in plaats van ‘thuiszitters’.
  • Zo stelt de gids bijvoorbeeld voor aan docenten om ‘goedemorgen leerlingen’ of ‘goedemorgen allemaal’ te zeggen en niet ‘goedemorgen jongens en meisjes’.
  • Het ene is niet beter dan het andere, zolang alles maar belicht wordt”, aldus intiatiefnemer Kawesi.
  • Daarnaast kunnen scholen werken aan een genderneutrale aanduiding op de schoolpas en in de schooladministratie, zoals vermelding van een X in plaats van M (mannelijk) en V (vrouwelijk).
  • En bij beroepsbenamingen gebruikt het Laks bij voorkeur genderinclusieve termen.
  • Kawesi benadrukt dat de taalgids geen voorschrift is, maar een lijst tips voor woorden die we beter kunnen gebruiken om kansenongelijkheid tegen te gaan.

Slide 14 - Diapositive

Citaten die regelgevende functie benadrukken
  • Geen ‘goedemorgen jongens en meisjes’ meer in de klas volgens nieuwe taalgids
  • Een ‘inclusieve’ taalgids moet een einde maken aan het gebruik van ongewenste termen over het onderwijs, zoals ‘witte en zwarte scholen en aan onderscheidend taalgebruik in de klas, denk aan ‘jongens en meisjes’.
  • Zo is het niet langer de bedoeling dat de woorden ‘achterstandsleerling’ of ‘achterstandsscholen’ worden gebruikt.
  • Ook het ‘gehandicapte kind’ in de klas kan echt niet meer.
  • Verder moeten we af van het woord ‘zittenblijven.'
  • Onderscheid maken tussen ‘lager en hoger onderwijs’ is eveneens uit den boze.

Slide 15 - Diapositive

Taal is voor veel leerlingen en leraren zo vanzelfsprekend, dat ze er niet over nadenken,
terwijl het LAKS juist hoopt dat er op scholen wél over bepaalde termen en woorden gepraat
wordt. Beelden kunnen daarbij helpen. Lees een hoofdstuk naar keuze uit de taalgids. In elk
hoofdstuk wordt bij een term uitgelegd, bijvoorbeeld ‘achterstandsleerling (blz. 28-29),
waarom die minder wenselijk is en wat het alternatief kan zijn.

Individueel (5 minuten)
Ontwerp of teken een beeld, tekentalent niet nodig, dat de lading van je gekozen term
ondersteunt, zodat de boodschap van het LAKS zowel visueel als tekstueel wordt
overgebracht.

Slide 16 - Diapositive

In groepjes
Bespreek de onderstaande vraag:

Hamvraag: in hoeverre helpt de visualisatie (het beeld) bij het bewust worden van de lading die het woord met zich meebrengt?

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Functiewoorden en verbindingswoorden worden heel vaak gebruikt in teksten. Je moet deze dus kennen. Deze woorden moet je dus oefenen. Ga hiervoor naar Cambiumned. Klik HIER voor de site.

Oefen drie oefeningen: 
oefening 1 functiewoorden, 
oefening 3 verbindingswoorden
oefening 4 verbindingswoorden

Slide 18 - Diapositive