Hfd 4 Chemistry

• Scheikunde
• HBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4

 Chemistry van McMurry

Onderdelen:

Concentratie van oplossingen berekenen

Nieuwe concentratie na verdunnen berekenen

Elektrolyten

Onderscheid Molecular, ionic en net ionic equation kennen

Neerslagreacties kunnen bepalen

Zuur-base titratie kunnen doorrekenen

Oxidatie-reductie reacties kunnen onderscheiden en opstellen

Redox titraties kunnen doorrekenen

Wat is de eenheid van molariteit?

1. mol
2. g/L
3. mol/L
4. L/mol

34. Pim moet een oplossing van 100 mL vijfmaal verdunnen. Vijfmaal verdunnen betekent dat het volume 5 maal zo groot moet zijn. Wat kan hij doen?

1. Hij kan er 500 mL van maken
2. Hij kan er 500 mL bijdoen
3. Hij kan er 1/5 (20 ml) uithalen
4. Hij kan er 400 mL bijdoen

Van een oplossing die 0,50 mg ethaanzuur per mL bevat, verdunnen we 25,0 mL tot eindvolume 200,0 mL. Hoe groot wordt de massaconcentratie in mg/L in de verdunning?

1. 125 mg/L
2. 12,5 mg/L
3. 0,0625 mg/L
4. 62,5 mg/L

Op welke manier is onderstaande reactievergelijking weergegeven?
Pb(NO3)2 (aq) + 2 KI (aq) --> 2 KNO3 (aq) + PbI2 (s)

1. Net ionic equation
2. Ionic equation
3. Molecular equation
4. Precipitation equation

Welk soort deeltjes noemen we elektrolyten?

Reacties die plaatsvinden in water zijn

1. zuur-base reacties
2. Redoxreacties
3. neerslagreacties
4. Een van de drie

Wat is de totale molaire concentratie van ionen van een oplossing van
0,375 M Al2(SO4)3

1. 0,375 M
2. 1,875 M
3. 1,125 M
4. 0,750 M

Welke oplossingen zullen een neerslag geven wanneer ze worden toegevoegd aan 0,10 M NaOH-oplossing?
Neem Binas T45 er bij

1. 0,10 M MgBr2
2. 0,10 M Ba(OH)2
3. 0,10 M FeCl2

Waar vindt je de sterke basen in Binas T49?

1. rechterpagina; rechts onder
2. rechterpagina; links onder
3. linkerpagina; rechts boven
4. linkerpagina; links onder

Waarom gebruiken we een dubbele pijl om de dissociatie van een zwak zuur of zwakke base weer te geven?

Welk deeltje is de oxidator?

A + B+ --> A+ + B

1. A
2. B+
3. A+
4. B

Wat is een reductor?

Verloopt de volgende reactie? (T48)

Na+ (aq) + Zn (s) ----> ?

1. Ja
2. Nee

Verloopt de volgende reactie? (T48)

Au3+ (aq) + Ag (s) ---> ?

1. Ja
2. Nee

Over welk onderdeel willen jullie nog opdrachten oefenen?
Eventueel opdr nummers noemen