H1 §3b Rijk & arm

Ik zit klaar voor de les:
  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ik zit klaar voor de les:
  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 1 - Diapositive

Rekenvraag:
Je gaat naar een concert met 30.000 zitplaatsen. Per zitplaats betaal je € 45. Tijdens het concert is 98% van de zitplaatsen bezet. Bereken de totale inkomsten van dit concert.

Slide 2 - Question ouverte

H1 §3b Je inkomsten en uitgaven

Slide 3 - Diapositive


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie: hoe je bedragen kunt omrekenen
  • Opdrachten maken in LU
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Diapositive


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
  • budgetteren en inkomsten & uitgaven

Slide 5 - Diapositive

welke 3 soorten inkomsten zijn er?

Slide 6 - Carte mentale


Uitgaven aan je telefoonabonnement
vallen onder je ...
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 7 - Quiz

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk ?
opdr 2, 4 t/m 7
(blz 18-20)

Let op:
Kijk je huiswerk nu na!

Slide 8 - Diapositive


Lesdoel:

Ik weet:
  • weet hoe ik bedragen om kan rekenen van maand naar week en omgekeerd

Slide 9 - Diapositive

Van week naar maand en andersom
Vaste lasten betaal je soms 1x in de week en soms 1x in de maand.
Als je uitgaven goed met elkaar wilt vergelijken moet je ze omrekenen naar eenzelfde periode (bijvoorbeeld: per maand)

Een jaar = 12 maanden = 52 weken

Bij het omrekenen van een bedrag per week naar maand (of per maand naar week) bereken je als tussenstap altijd het bedrag per jaar!

Slide 10 - Diapositive


Een maand heeft toch 4 weken?
Dan kun je toch door 4 delen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


Waarom klopt het niet?

Slide 12 - Question ouverte

Van maand naar week met de verhoudingstabel

Slide 13 - Diapositive


Je betaalt € 39 per maand voor de sportschool.
Hoeveel is dat per week?

Slide 14 - Question ouverte

Van week naar maand met de verhoudingstabel

Slide 15 - Diapositive


Je geeft elke week € 6,50 uit in de schoolkantine
Hoeveel is dat per maand?

Slide 16 - Question ouverte

Maak opdracht:
K: 9 & 10 (21)
TL: 9 t/m 11 (21)
Klaar?: maak som 
1, 5, 10 en 11 (blz 32-33)


timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Lesdoel:
  1. Ik weet hoe ik wekelijkse bedragen kan omrekenen naar maandelijkse bedragen
  2. Ik weet hoe ik maandelijkse bedragen kan omrekenen naar wekelijkse bedrag

Slide 18 - Diapositive


Een wekelijks bedrag reken ik om naar een maandbedrag door:
A
x 4 te doen
B
: 4 te doen
C
: 52 en dan x12
D
x52 en dan :12

Slide 19 - Quiz


Een maandbedrag reken ik om naar een weekbedrag door:
A
: 52 en dan x12
B
x 12 en dan : 52
C
x52 en dan :12
D
: 12 en dan x 52

Slide 20 - Quiz


De truc is om het bedrag eerst om te rekenen naar een jaarbedrag
A
klopt
B
klopt niet

Slide 21 - Quiz

Huiswerk:
Maak opdracht:
K: 9 & 10 (21)
TL: 9 t/m 11 (21)

Slide 22 - Diapositive


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 23 - Diapositive


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 24 - Diapositive