Verslag schrijven

Nederlands

Verslag
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Verslag

Slide 1 - Diapositive

Noem situaties waarin je een verslag zou kunnen schrijven.

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?

Slide 4 - Question ouverte

Een verslag bestaat uit:

  1. Titel
  2. Inleiding
  3. Kern
  4. Slot

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Voordat je begint met schrijven, denk je na over de inhoud van je verslag. Je kunt hiervoor gebruikmaken van de 5 W-vragen en 1 H-vraag: 

wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe? 

Hierna worden deze vragen verder uitgewerkt.
5W+1H
Vraag

Slide 7 - Diapositive


Wie

Wat
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe (waardoor)





Slide 8 - Diapositive

Zo schrijf je een verslag
Voor je verslag maak je een schrijfschema. In een schrijfschema schrijf je kort op wat je per deelonderwerp wilt gaan schrijven: je schrijft de informatie in kernwoorden op. Gebruik de antwoorden op bovenstaande vragen om het schrijfschema in te vullen.

Slide 9 - Diapositive

Wat zet je in de inleiding?
A
Een samenvatting van de tekst.
B
Een grappig verhaaltje.
C
Een vraag.
D
Met een ontdekking.

Slide 10 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?
A
Titel, inleiding en kern
B
Titel en de kern
C
Inleiding, kern en slot
D
Titel, inleiding, kern en slot

Slide 11 - Quiz

Titel
Inleiding
Kern
Slot
Bijvoorbeeld 'Mijn stageverslag'
Introductie van het onderwerp
Een samenvatting of een conclusie.
Je vertelt verschillende dingen over het onderwerp

Slide 12 - Question de remorquage

Welk verband hoort bij het signaalwoord?
Oorzaak-gevolg
Tijd
Opsomming
Conclusie
Hierdoor
Voordat
Ook
Dus

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Lien

Nu aan de slag 
Maak een verslag van het filmfragment dat je zonet gezien hebt. 
Tips: 
Maak een schrijfschema
Gebruik signaalwoorden
Verdeel je tekst in inleiding, kern en slot
Maak gebruik van alinea's
Lees je verslag nog eens goed door voor je het inlevert. 

Slide 15 - Diapositive