H3 §3.4 Onderwijs

opdracht
Maak een schematische samenvatting van deze begrippen: 

werknemersverzekeringen & volksverzekeringen, 
sociale verzekeringen & sociale voorzieningen, 
minimumbehoeftefunctie & loondervingsfunctie, 
equivalentiebeginsel & solidariteitsbeginsel, 
omslagstelsel & kapitaaldekkingsstelsel
von Bismarck & Beveridge
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

opdracht
Maak een schematische samenvatting van deze begrippen: 

werknemersverzekeringen & volksverzekeringen, 
sociale verzekeringen & sociale voorzieningen, 
minimumbehoeftefunctie & loondervingsfunctie, 
equivalentiebeginsel & solidariteitsbeginsel, 
omslagstelsel & kapitaaldekkingsstelsel
von Bismarck & Beveridge

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.4 Onderwijs

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is volgens jou het doel van onderwijs?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt de invoering van de leer- en kwalificatieplicht verklaren aan de hand van de theorie van De Swaan.
  2. Je kunt 3 tegenstellingen in de samenleving benoemen die een beroep doen op de verbindende functie van de verzorgingsstaat en deze toelichten en de wenselijkheid van overheidsbeleid daaromtrent. 
  3. Je kunt een standpunt innemen over de manier waarop de verheffende en verbindende functie van de verzorgingsstaat worden ingevuld door het onderwijs.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
In groepje van 3-4... 
1. bedenk hoe het onderwijs zorgt voor deze twee kernwaarden van de verzorgingsstaat: verheffen en verbinden
2. Hoe merk je dat het onderwijs jou voorbereidt op de arbeidsmarkt? Welke vakken horen volgens jullie daar het meest bij?
3. Hoe merk je dat het onderwijs jou opvoedt tot verantwoordelijke burger? Welke vakken horen volgens jullie daar het meest bij?
4. Wat zou het onderwijs volgens jullie anders moeten doen?

timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Swaan over de leerplicht (1901)
  • De industriële samenleving had beter geschoolde krachten nodig
  • Dilemma van collectieve actie
  • Leerplicht <16 jaar
  • Kwalificatieplicht <18 jaar (2007)

Slide 7 - Diapositive

In 1806: Schoolwet, moest basisonderwijs voor iedereen mogelijk maken. In 1900 werd de leerplicht voor 6- tot 12-jarigen ingevoerd. De leerplicht werd in 1921 met een jaar uitgebreid waardoor kinderen doorgaans tot hun dertiende leerplichtig waren en vanaf 1950 moesten kinderen tot hun veertiende naar school. Door deze maatregelen steeg vooral het aantal leerlingen in het primair onderwijs. In 1969 werd de leerplicht verlengd voor kinderen tot 15 jaar en in 1975 tot 16 jaar, met verplicht deeltijdonderwijs tot en met het schooljaar waarin de jongere 17 jaar wordt. Bij de invoering van het basisonderwijs in 1985 werden kinderen verplicht al vanaf hun vijfde onderwijs te volgen. Sinds 2007 zijn jongeren die nog geen startkwalificatie (minimaal een havo/vwo- of mbo-2 diploma) hebben behaald verplicht om tot hun achttiende verjaardag onderwijs te blijven volgen.
Stelling: de leerplicht moet terug naar 12 jaar.
voor
tegen

Slide 8 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in de grondwet?
  1. De regering zorgt voor het onderwijs.
  2. Iedereen mag onderwijs geven. Maar de overheid houdt toezicht op het onderwijs (ook op mensen die onderwijs geven)
  3. De overheid zorgt voor openbaar onderwijs. Openbaar onderwijs is onderwijs voor iedereen. Ook voor mensen met een godsdienst of levensovertuiging. In de wet staat hoe de overheid zorgt voor het openbaar onderwijs.
  4. In elke gemeente moeten genoeg openbare basisscholen zijn. 
  5. In de wet staan de eisen die de overheid moet stellen aan de kwaliteit van het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs. 
  6. De eisen voor de kwaliteit van het basisonderwijs zijn zo opgeschreven, dat de kwaliteit van het bijzonder onderwijs en het openbaar onderwijs hetzelfde kan zijn. Het bijzonder onderwijs mag wel zelf bepalen welke boeken en andere leermiddelen het gebruikt. Ook mag het bijzonder onderwijs zelf bepalen welke onderwijzers lesgeven.
  7. Bijzondere basisscholen krijgen van de overheid evenveel geld als openbare basisscholen. In de wet staat hoeveel geld het bijzonder voortgezet onderwijs van de overheid krijgt.
  8. De regering stuurt ieder jaar een verslag aan de Eerste en Tweede Kamer. Daarin staat hoe het gaat met de kwaliteit van het onderwijs.
Bijzonder onderwijs = onderwijs op religieuze grondslag of  'algemeen bijzonder'  (pedagogisch/onderwijskundige visie)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling: het wordt tijd om het bijzonder onderwijs af te schaffen; iedereen moet hetzelfde (openbaar) onderwijs krijgen.
Vive la révolucion!
voor
tegen

Slide 11 - Sondage

De wet van 1806 bepaalde dat lagere scholen voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Een leerplicht was er evenwel niet en kerkelijk gebonden scholen waren niet toegestaan. Uit dit laatste punt kwam de bekende schoolstrijd voort. Aan de eerste fase van de schoolstrijd kwam een einde dankzij de Grondwet van 1848. Deze legde vast dat het geven van onderwijs in beginsel iedereen vrij staat.
Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
  1. Je kunt de invoering van de leer- en kwalificatieplicht verklaren aan de hand van de theorie van de Swaan.
  2. Je kunt 3 tegenstellingen in de samenleving benoemen die een beroep doen op de verbindende functie van de verzorgingsstaat en deze toelichten + wenselijkheid overheid.
  3. Je kunt een standpunt innemen over de manier waarop de verheffende en verbindende functie van de verzorgingsstaat worden ingevuld door het onderwijs.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdrachten
doe Toepassingen opdr. 6  over burgerschap van blz.  154

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

volgende les...
Biedt het onderwijs gelijke kansen?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

deze les:
Biedt het onderwijs gelijke kansen?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Aan het eind van §3.4: 
  1. Je kunt de invoering van de leer- en kwalificatieplicht verklaren aan de hand van de theorie van de Swaan.
  2. Je kunt 3 tegenstellingen in de samenleving benoemen die een beroep doen op de verbindende functie van de verzorgingsstaat en deze toelichten.
  3. Je kunt een standpunt innemen over de manier waarop de verheffende en verbindende functie van de verzorgingsstaat worden ingevuld door het onderwijs.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 tegenstellingen
arm-rijk
oud-jong
met migratieachtergrond - zonder migratieachtergrond

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij het onderwijs bepaal jij zelf je toekomst en niet het salaris van je ouders.
eens
oneens
andere mening. Vraag mij; ik wil het uitleggen! :-)

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij het onderwijs bepaal jij zelf je toekomst en niet jouw culturele/etnische achtergrond.
eens
oneens
andere mening. Vraag mij; ik wil het graag uitleggen! :-)

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

opdrachten
havo: Doe toepassingen opdr. 6 & 7
vwo: doe toepassingen 5 & 6
Daarna de rest

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
lees §4 door en beantwoord deze vragen:
1. Wat doet de overheid om inkomensverschillen te verkleinen? 
2. hoe zorgt vergrijzing voor een verbindingsprobleem tussen oud en jong?
3. Wat wordt bedoeld met cultureel kapitaal? 
4. maak Toepassen vraag 6 en 7

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De oudere generatie mag best een beetje minder pensioen krijgen, zodat ik zelf nog wat overhoud voor m'n eigen oude dag.
eens
oneens
andere mening. Vraag mij; ik wil het uitleggen! :-)

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Aan het eind van deze les over 3.4: 
  1. Je kunt de invoering van de leer- en kwalificatieplicht verklaren aan de hand van de theorie van de Swaan.
  2. Je kunt 3 tegenstellingen in de samenleving benoemen die een beroep doen op de verbindende functie van de verzorgingsstaat en deze toelichten.
  3. Je kunt een standpunt innemen over de manier waarop de verheffende en verbindende functie van de verzorgingsstaat worden ingevuld door het onderwijs.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgt het onderwijs voor voldoende verheffing?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgt het onderwijs voor voldoende verbinding?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende paragraaf...
Is onze verzorgingsstaat de beste?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions