Les 7: Valkuilen bij presenteren Klas 1C

Presenteren kun je leren
Klas 1A, 1B, 1C
90 minuten

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Presenteren en InstruerenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Presenteren kun je leren
Klas 1A, 1B, 1C
90 minuten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

To do:
  • Periode overzicht -> 5 minuten
  • Terugblik vorige les -> 10 minuten
  • Storytelling -> 15 min
  • Valkuilen presenteren -> 15 minuten
  • Pauze -> 15 minuten
  • Activerende opdracht -> 15 minuten
  • Terugblik -> 5 minuten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periode overzicht

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkoppeling;
timer
2:00
  • Wat gebeurt er wanneer je té dicht bij je publiek gaat staan?
  • Wat gebeurt er wanneer je té ver van je publiek gaat staan?
  • Links rechts i.p.v. voor achter bewegen
  • Do's en dont's PowerPoint

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Storytelling;
  • Opbouw -> Verhaallijn

1. Ordinary World
2. Call to adventure
3. Uitdaging
4. Crisis
5. Aha moment
6. Special World
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Storytelling opdracht;
  • Klik hier voor de video
  • Schrijf zelf
  • Hou het klein
  • Improviseren
  • Voordragen 
  • 3-tallen
timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Valkuilen presenteren;
  1. Gebrek aan voorbereiding
  2. Onjuistheden communiceren
  3. Niet nadenken over kledingkeuze
  4. Denken dat alleen de inhoud
    het verschil maakt
  5. Overload aan excuseren
  6. Niet nadenken over de ruimte
  7. Onduidelijke doelgroep
  8. Presentatie overload
  9. Automatische piloot

Slide 7 - Diapositive

1. Visualiseer je presentatie voordat je hem geeft. Bedenk wat er mis kan gaan en hoe je dit kunt voorkomen. Zorg voor een sterke fysieke en praktische voorbereiding.
2. Wanneer je het antwoord op een vraag niet weet, zeg dit. 'Bedenk' geen antwoorden, maar geef aan dat je hier later op terug wilt/kunt komen.
3. Denk na over je kledingkeuzes. Zorg dat deze aansluit bij je doelgroep. Stel jezelf de vraag; "Wat wil ik uitstralen?".
4. Denk aan de vorm van je presentatie.  Je verbale en non-verbale communicatie en de vorm van je presentatie brengen ook een boodschap over.
5. Door je te verontschuldigen voor een haperende beamer of voor fouten in je presentatie kun je onzeker overkomen. Aangeven dat er iets fout is kan, maar blijf er niet té lang bij stilstaan.
6. Door duidelijk te hebben hoe jouw 'podium' eruit ziet (praktische voorbereiding) krijg jij een groter gevoel van zelfvertrouwen. Wanneer je geen beeld hebt van jouw 'podium' is het mogelijk dat jij van slag/in paniek raakt.
7. Door te weten wie jouw doelgroep is is het mogelijk om jouw presentatie op hen aan te passen. Denk hierbij aan;
- Achtergrondkennis van de doelgroep.
- Wat is het opleidings- en kennisniveau?
- Waarom zit de doelgroep bij jouw presentatie.
Door aan deze onderdelen te denken kun jij de presentatie aantrekkelijker, duidelijker en van meerwaarde maken.
8. Teveel slides, teveel tekst of te lang spreken zorgt ervoor dat jouw doelgroep niet erg gemotiveerd is/blijft om te luisteren. Door specifiek en gericht naar deze onderwerpen te kijken vóór jouw presentatie zorg jij ervoor dat jouw doelgroep geïnteresseerd blijft.
9. Zorg voor een presentatie waarin jij met intonatie, stemgebruik en stiltes het publiek 'bespeeld'. Niks is zo 
Opdracht
- Groepen van 3                                     - PowerPoint mailen 
- PowerPoint presentatie                  - 2 minuten feedback
- 9 valkuilen
- Feedbackformulier
- Maximaal 3 minuten
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedback op;
  1. Komt de centrale boodschap duidelijk naar voren?
     
  2. Is de presentatie gemaakt voor de juiste doelgroep?
     
  3. Wordt er gebruik gemaakt van een Aanleiding -> Waarom Onderwerp -> Waarover? Doel -> Wat? Opbouw -> Hoe?Planning -> Tijd, verwachtingen ?
     
  4. Wordt er gebruik gemaakt van mimiek, direct oogcontact, verschil in stemgebruik en non-verbale communicatie?
     
  5. Wordt er gebruik gemaakt van de ruimte? Denk aan fysieke beweging van links naar rechts of van voor naar achter?
     
  6. Welke Do's en Dont's zitten er in de PowerPoint?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions