2.3 Waarom zou je lenen?

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zou je lenen?

Slide 2 - Diapositive

Vragen om aan leerlingen te stellen:
1. Wat is lenen?
2. Waarom zou je lenen?
3. Waar moet je voor het lenen over nadenken?
Leerdoelen 2.3 Waarom zou je lenen?
  1. Je weet welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
  2. Je weet hoe een lening werkt.
  3. Je kunt de kosten van een lening berekenen.
  4. Je kunt een (rente)percentage berekenen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maken Samenvattende vragen 2.3
Opdr. 18 t/m 25
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lenen bij een bank?

Slide 5 - Diapositive

Vragen om aan leerlingen te stellen?
1. Wat is de voorwaarde om bij een bank te lenen?
2. Wat is het maandtermijn?
Maandtermijn
Bestaat uit twee delen:
  1. Terugbetalen van het geleende geld (Aflossen).
  2. Rente: een vergoeding aan de bank.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag!

Je leent € 300,- en in totaal betaal je € 320,- voor deze lening.
  • Welk bedrag heb je als aflossing van de lening betaald?
  • Welk bedrag heb je aan rente betaald voor deze lening?
  • Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Berekening
(Rente)percentages reken je uit met de formule:
percentage = aantal of bedrag / totaal x 100%
Of; deel / geheel x 100% 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
(af)Maken Samenvattende vragen 2.3
Opdr. 18 t/m 25
Daarna, wat vond je van de stof:


Makkelijk:
Vanaf blz. 48:
32, 34, 35, 
37 t/m 43

Lastig:
Vanaf blz. 48:
32, 34, 35, 36, 
38 t/m 43


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen reden om te lenen?
A
Lenen om een auto te kopen
B
Lenen om een tekort op te vangen
C
Lenen om een huis te kopen
D
Lenen uit voorzorg

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je geld leent, krijg je rente van de bank
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt €5000,- geleend. Je betaalt dit met €109,- per maand in 48 maanden terug. Hoeveel aflossing heb je betaald?
A
€5232,-
B
€232,-
C
€5000,-
D
€109,-

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt €5000,- geleend. Je betaalt dit met €109,- per maand in 48 maanden terug. Hoeveel rente heb je betaald?
A
€5232,-
B
€232,-
C
€5000,-
D
€109,-

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt €5000,- geleend. Je betaalt dit met €109,- per maand in 48 maanden terug. Hoeveel % rente heb je betaald?
A
2,18%
B
1,05%
C
4,64%
D
0,96%

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je koopt een Playstation bij de Wehkamp.
Hij kost € 239. Je koopt op afbetaling. Je betaalt
12 termijnen van € 21,50. Bereken hoeveel je
uiteindelijk hebt betaald voor de Playstation.
A
totaal betaald: € 260,50
B
totaal betaald: € 239,00
C
totaal betaald: € 2.868,00
D
totaal betaald: € 258,00

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sara leent 2.000 euro tegen 3,1% rente.
Bereken welk bedrag zij aan rente moet betalen.
A
€ 62,00
B
€ 15,00
C
€ 6.200,00
D
€ 31,00

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions