Naamvallen: Der- und Ein-Gruppe

Weißt du es noch?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Weißt du es noch?

Slide 1 - Diapositive

DOFEGUB
welke letter, welk voorzetsel?

Slide 2 - Carte mentale

De voorzetsels van de vierde naamval
durch
door
ohne
zonder
für 
voor (ten behoeve / gunste van)
entlang
langs
gegen
tegen
um
om
bis
tot
Na deze voorzetsels volgt dus de vierde naamval (Akkusativ) 
DOFEGUB 

Slide 3 - Diapositive

Daar komt nog bij...
Je gebruikt de 4e naamval bij tijdsbepaling zonder voorzetsel 

Ich muss  jeden Tag   zur      Schule
Ik    moet   elke    dag  naar    school

Zinsdeel dat wordt gevonden door te vragen: 'hoe lang?' of 'wanneer?'

Slide 4 - Diapositive

Ontleden 
1e naamval: wie/wat + gezegde 
4e naamval: wie/wat + gezegde + onderwerp

Slide 5 - Diapositive

Neuer Stoff

Slide 6 - Diapositive

De Der-Gruppe bestaat alleen uit der, die, das
A
waar
B
onwaar

Slide 7 - Quiz

Der Der-Gruppe bestaat uit bepalende lidwoorden
A
waar
B
onwaar

Slide 8 - Quiz

De Ein-Gruppe bestaat uit onbepalende lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden
A
waar
B
onwaar

Slide 9 - Quiz

Bij de meeste vakjes is er geen verschil tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen 1e nv mannelijk en 1e/4e nv onzijdig is in de der-Gruppe anders dan de ein-Gruppe!
der-Gruppe:
dies...          manch... 
welch...      jed...  
solch...        all... 

der-Gruppe: bepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein

die / eine

das / ein
die / keine
4e
den / einen

die / eine

das / ein

die / keine
uitleg

Slide 10 - Diapositive

dies-
jed-
manch-
solch-
welch-
all-
zulke
iedere/elke
deze/dit
sommige/enkele
alle
welke

Slide 11 - Question de remorquage

Bij de meeste vakjes is er geen verschil tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen 1e nv mannelijk en 1e/4e nv onzijdig is in de der-Gruppe anders dan de ein-Gruppe!
der-Gruppe:
dies... - deze          manch... - sommige
welch... - welke     jed... - elke
solch... - zulke       all... - alle

der-Gruppe: bepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein

die / eine

das / ein
die / keine
4e
den / einen

die / eine

das / ein

die / keine
uitleg

Slide 12 - Diapositive

Vertaal: dat is voor alle kinderen belangrijk.

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal: sommige mensen hebben niets gekocht.

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: ieder mens heeft rechten

Slide 15 - Question ouverte

Bij de meeste vakjes is er geen verschil tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen 1e nv mannelijk en 1e/4e nv onzijdig is in de der-Gruppe anders dan de ein-Gruppe!
Ein-Gruppe
kein-                         ihr-
mein-                       unser-
dein-                         euer-
sein-                          Ihr
                                    ihr- 


Ein-Gruppe: onbepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein

die / eine

das / ein
die / keine
4e
den / einen

die / eine

das / ein

die / keine
uitleg

Slide 16 - Diapositive

Hier zie je 4 woorden uit de ein-Gruppe. Sleep de juiste vertaling naar het woord.
ein-
euer-
ihr-
Ihr-
een
jullie
haar
uw
hun

Slide 17 - Question de remorquage

der-Gruppe
ein-Gruppe
der
kein
dies-
die
unser
welch-
solch-
mein-
manch-
sein-
unser
die

Slide 18 - Question de remorquage

Sleep naar de der of ein- groep
keiner
Der-Gruppe 1e naamval
Ein-Gruppe 1e naamval
Ein-Gruppe 4e naamval
Der-Gruppe 4e naamval
keinen
den
eine
das
keine
die
der
ein

Slide 19 - Question de remorquage

Vertaal: ik heb haar sleutels verloren.

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal: mijn vader heeft op jullie hond gepast.

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal: jullie moeder speelt elke zaterdag tennis?

Slide 22 - Question ouverte

Verhaaltje schrijven.
Beschrijf wat er gebeurt.
Schrijf de dialoog tussen de personages (wees creatief!)
Verwerk minstens 5 voorzetsels van de 4e naamval
Verwerk minstens 3 vormen uit de DER en EIN-Gruppe

Slide 23 - Diapositive