H2.5 Het stijg- en/of daalgetal berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Statistiek

telefoons

Is je telefoon ingeleverd in de telefoontas op vliegtuigstand?

lesdoel(en)

• Je kunt van een grafiek het stijggetal berekenen.
  
• Je kunt van een grafiek het daalgetal berekenen. 
• Je kunt met het stijggetal of daalgetal een formule maken.

Theorie 

Wat is het begingetal? 

Wat is het stijggetal? 

Wat is het stijggetal?

1. 2,50
2. 4

Stijggetal en daalgetal berekenen

Wat is het stijggetal?

1. 0
2. 5
3. 1,5
4. 0,5

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1,89
2. 2
3. 1,05
4. weet ik niet

De vergrotingsfactor is 1,89.
Hoe lang is de jongen?

1. 180 cm
2. 170 cm
3. 175 cm
4. Ik weet het niet

Doel van deze les:

Ik weet wat het stijg- en/of daalgetal is

Ik weet hoe ik het stijg- en/of daalgetal moet uitrekenen

Stijg en/of daalgetal

Wat is het stijggetal van deze grafiek?

Wat is het stijggetal?

Is de hoeveelheid die er in 1 uur, 1 maand, 1 behandeling enzovoort erbij komt of eraf gaat

Soms kun je dat niet direct aflezen in de grafiek

Wat is het stijggetal? (2)

Als je het stijg of daalgetal niet direct kunt aflezen in de grafiek wat moet je dan doen?

Zoek 2 punten op de grafiek die je makkelijk kunt aflezen

Hiermee kun je het stijggetal of het daalgetal berekenen

Hoe?

1. twee punten kiezen die je makkelijk kunt aflezen (5,30) en (15,60)

2. reken uit hoeveel dit is per 1 week

Zie voorbeeld hiernaast

Het stijggetal is 3. Wat is de formule?

1. gewicht in kg = 15 - 3 x leeftijd in weken
2. gewicht in kg = 3 + 15 x leeftijd in weken
3. gewicht in kg = 3 - 15 x leeftijd in weken
4. gewicht in kg = 15 + 3 x leeftijd in weken

som 61 blz 101

Wat is het daal of stijggetal?

1. 0,5
2. 2
3. 1,5
4. 1

Wat is de formule van deze grafiek?

1. gewicht in kg = 1 - 0,5 x leeftijd in weken
2. gewicht in kg = 0,5 + 1,5 x leeftijd in weken
3. gewicht in kg = 1 + 0,5 x leeftijd in weken
4. gewicht in kg = 1 + 3 x tijd in weken

Wat is de formule die bij deze grafiek hoort?

Zelf aan de slag

som 60, 61, 62, 66 en 67

Wat heb je deze les geleerd?