3.1 Plans for the future

Today:
  • Unit 3 Lesson 1 Plans for the future
  • Grammatica herhaling: Future Simple/ Bezit 's/ ' /of


1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Today:
  • Unit 3 Lesson 1 Plans for the future
  • Grammatica herhaling: Future Simple/ Bezit 's/ ' /of


Slide 1 - Diapositive

plumber
software developer
estate agent
shop assistant
nurse/care worker
communication officer
technician
police officer
carpenter
builder

Slide 2 - Question de remorquage

Engels - bezit
Een bezit in het Engels kun je aangeven met:
                                       's  of  '  of het woordje 'of'

Wanneer gebruik je welke?

Slide 3 - Diapositive

Engels - "Possessive" (bezit)
Wanneer gebruik je een 's?

 enkelvoud (bij een personen, dieren, tijd) - een 's:

 Mary's phone             boy's pen                        the cat's tail                 last week's newspaper



Slide 4 - Diapositive

Engels - bezit
Wanneer gebruik je alleen een ' (apostrof) ?

Niet vaak en alleen als het woord een meervoud is en eindigt op een s
my sisters' cats (de katten van mijn zussen)
our parents' holiday  (de vakantie van mijn ouders)

woorden die meervoud zijn en niet eindigen op een s, krijgen geen apostrof maar apostrof 's, the  women's clothes (kleding van de vrouwen)



"OF".

Slide 5 - Diapositive

Bij plaatsen, landen en dingen gebruik je het woordje 'of' bijvoorbeeld:
the countryside of the Netherlands
 the centre of Leeuwarden
a glass of orange juice

Slide 6 - Diapositive

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
This is Marys' car.
B
This is Mary's car.
C
This is Marys's car.
D
This is Marys car.

Slide 7 - Quiz

Welke possessive is goed geschreven?
De honden van de jongens
A
The boys' dogs
B
The boy's dogs

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:

De ramen van het gebouw zijn dicht?
A
The windows of the building are closed.
B
The buildings windows are closed.
C
The buildings's windows are closed.
D
The buildings' windows are closed.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Speaking
At the fashion shop
5 minutes!

Slide 11 - Diapositive

Choose the correct answer:
How can I help you?
I am looking for a pair of black jeans.
I would like to buy a T-shirt.

Slide 12 - Sondage

Choose the correct answer:
What colour would you like?
Yellow, please.
No, thanks. I don't like this one.

Slide 13 - Sondage

Choose the correct answer:
Would you like to fit it on?
Yes. Where is the fitting room?
No, thanks. I don't like green colour.

Slide 14 - Sondage

Choose the correct answer:
How would you like to pay?
I would like to pay by card. Is it possible?
No, thanks. I don't really like this one.

Slide 15 - Sondage

Slide 16 - Vidéo

Tip: Gebruik 'fillers' als je even tijd nodig hebt
om na te denken!
Let me think about that...
Laat me daar even over nadenken...
Hmm, I don't know!
Hmm, ik weet het niet!
That's a good question.
Dat is een goeie vraag.
How shall I say this...?
Hoe zal ik dit eens zeggen...?
Pardon? / Excuse me?
Sorry? (Ik heb u niet verstaan)
...you know...
... weet je... (ook niet te vaak gebruiken, hoor!)
so...
dus... (niet te vaak gebruiken, hoor)
Ah, yes, well...
Ach, ja, nou...

Slide 17 - Diapositive

Tip: Kijk, luister, denk en spreek
zoveel mogelijk Engels.
  • Kijk Engelstalige films en series.
  • Oefen gesprekjes via videobellen met klasgenoten of vrienden.
  • Check YouTube voor interviews met leuke Engelstalige muzikanten, acteurs en andere interessante mensen.
  • Herhaal voor jezelf wat je hoort in video's. Voelt gek, werkt fantastisch!

Slide 18 - Diapositive