GL 1VWO Chap 1 F lire
deze les gaat over Lire = lezen. Om de tekst beter te begrijpen gaan we eerst de Voca (woordjes) van F lezen à la page 53
1 / 14
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
deze les gaat over Lire = lezen. Om de tekst beter te begrijpen gaan we eerst de Voca (woordjes) van F lezen à la page 53
Slide 1 - Question ouverte
Slide 2 - Diapositive
exercice 23
Tu connais la France? Remplis le tableau. Vertaal de instructie. Deze oefening doe je zelfstandig thuis online!
Tu connais la France? Remplis le tableau. Vertaal de instructie. Deze oefening doe je zelfstandig thuis online!
Slide 3 - Question ouverte
exercice 24a
regarde le texte 'Le tour de la France en camping-car' et lis le texte globalement. Vertaal deze instructie
regarde le texte 'Le tour de la France en camping-car' et lis le texte globalement. Vertaal deze instructie
Slide 4 - Question ouverte
Wat is globaal lezen?
Slide 5 - Question ouverte
Maak nu exercice 24a.
wie, wat, waar, hoe
wie, wat, waar, hoe
Slide 6 - Question ouverte
exercice 24b.
Lis de nouveau le texte. Lis le résumé et souligne les fautes. Il y a six fautes. Vertaal deze instructie.
Lis de nouveau le texte. Lis le résumé et souligne les fautes. Il y a six fautes. Vertaal deze instructie.
Slide 7 - Question ouverte
We lezen nu samen de samenvatting en dan de tekst.
Slide 8 - Question ouverte
Exercice 24c
Corrige les fautes du résumé en néerlandais.
Vertaal de instructie
Corrige les fautes du résumé en néerlandais.
Vertaal de instructie
Slide 9 - Question ouverte
exercice 25a
Cherche l'intrus. Explique pourquoi en néerlandais. Les mots sont dans le texte à la page 43.
Cherche l'intrus. Explique pourquoi en néerlandais. Les mots sont dans le texte à la page 43.
Slide 10 - Question ouverte
exercice 26a.
Mets dans le bon ordre. Les phrases sont dans le texte. Vertaal de instructie. Dit is een gesprekje. De eerste zin is G.
Mets dans le bon ordre. Les phrases sont dans le texte. Vertaal de instructie. Dit is een gesprekje. De eerste zin is G.
Slide 11 - Question ouverte
fais exercice 26a
Slide 12 - Question ouverte
exercice 26b
Instructie vertalen. Nu jij: Je doet een interview met je buurman. Als je enig kind bent zeg je: je suis enfant unique en je buurman vraagt of je een neef, of nicht hebt.
Instructie vertalen. Nu jij: Je doet een interview met je buurman. Als je enig kind bent zeg je: je suis enfant unique en je buurman vraagt of je een neef, of nicht hebt.
