8.1 deel 2 KNM

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bereken de oppervlakte van driehoeken KLM.

Rechthoekige                       1 scherpe                2 scherpe en 1 stompe  driehoek                                 hoek                         hoek

Oppervlakte driehoek = basis x hoogte : 2

Pen, rekenmachine en papier!

Er komt een vraag in beeld te staan. Je geeft antwoord op deze vraag in je schrift. Schrijf ook je berekeningen op. Alle afmetingen zijn in cm.

Als we gaan bespreken, komen er 3 antwoorden op het bord te staan. 

A = Zitten

B= Vinger

C= Staan

Bereken de oppervlakte van driehoek ABC.

Bereken de oppervlakte van driehoek ABC.

A = 210 cm²

B = 105 cm²

C = 420 cm²

Welke zijde is de hoogte van basis EG?

Welke zijde is de hoogte van basis EG?

A = FG

B = HG

C = FH

Bereken de oppervlakte van driehoek EFG.

Bereken de oppervlakte van driehoek EFG.

A = 105 cm ²

B = 84 cm ²

C = 30 cm²

Bereken de oppervlakte van driehoek KLM.

Bereken de oppervlakte van driehoek KLM.

A = 60 cm ²

B = 65 cm ²

C = 78 cm²

Bereken de oppervlakte van driehoek VWX.

Bereken de oppervlakte van driehoek VWX.

A = 127,5 cm ²

B = 102 cm ²

C = 90 cm²

Aan het werk:

8.1 verder af maken, dus opdracht 7 en 8. 

Mavo maakt 3.2 verder af.

Klaar? 

Begin aan 8.2.

Mavo begint aan 3.1.

Parallellogram:

Parallellogram: