Begrijpend lezen les 5: kernzinnen, functie inleiding, kern, slot

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 5
VWO 1
 P1 2019-2020
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 5
VWO 1
 P1 2019-2020

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Zet de onderdelen op de juiste plek.
Inleiding
Kern
Slot
Introductie van het onderwerp
Deelonderwerp 1
Samenvatting
Conclusie
Anekdote
Deelonderwerp 2
Belangstelling
wekken
Deelonderwerp 3

Slide 3 - Question de remorquage

Waar vind je...
iemands persoonlijke ervaring
A
inleiding
B
slot

Slide 4 - Quiz

Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot

Slide 5 - Quiz

Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst meestal?
A
inleiding
B
inleiding of slot
C
slot
D
middenstuk

Slide 6 - Quiz

Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot

Slide 7 - Quiz

Waar vind je...
een anekdote
A
Middenstuk
B
Slot
C
Inleiding

Slide 8 - Quiz

Waar vind je...
belangrijke vraag/vragen over het onderwerp
A
inleiding
B
slot

Slide 9 - Quiz

Waar wordt alles nog eens herhaald?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 10 - Quiz

Aan het einde van deze les ...

... weet je wat de functie van de titel van een tekst is.
... weet je wat een kernzin is en waar je de kernzin kunt vinden.
... weet je hoe een alinea is opgebouwd.
... weet je wat de functie van de inleiding en het slot van een tekst is.

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Maak het schema kloppend. De tekstdoelen staan op de juiste plaats.

Tekstdoel                    Tekstsoort                                 Tekstvorm 
1. uitleg geven           2. informerende tekst         3. reclame
4. informeren            5. uiteenzettende tekst      6. handleiding
7. mening vormen   8. betogende tekst               9. recensie
10. overtuigen           11. beschouwende tekst    12.meningtekst in krant
13. overhalen             14. activerende tekst           15. leesboek
16. amuseren             17. amuserende tekst          18. encyclopedie

timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

Antwoorden

Tekstdoel                     Tekstsoort                                 Tekstvorm
1. uitleg geven           2. uiteenzettende tekst       3. handleiding
4. informeren            5. informerende tekst           6. encyclopedie
7. mening vormen   8. beschouwende tekst       9. meningtekst in krant
10. overtuigen           11. betogende tekst               12. recensie
13. overhalen             14. activerende tekst            15. reclame
16. amuseren             17. amuserende tekst           18. leesboek

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!

Je ziet 3 mogelijke inleidingen.
Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
Kies steeds een letter.

Log in bij Lessonup: Begrijpend lezen les 5
Doe mee met de les!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Het onderwerp wordt aangekondigd.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Het onderwerp wordt aangekondigd.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Op geen van de mogelijke manieren.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 20 - Quiz

Functie titel, inleiding en slot

Functie van de titel: de lezer nieuwsgierig maken en/of het onderwerp van de tekst noemen

Functie inleiding: de lezer nieuwsgierig maken 

Functie slot: de tekst afsluiten

Slide 21 - Diapositive

Opbouw van een alinea

Een alinea bestaat uit 2 delen: de kernzin en de uitwerking van de kernzin

Kernzin: de belangrijkste zin van een alinea (met daarin de belangrijkste  mededeling van de alinea), meestal de 1e, 2e of laatste zin van de alinea

De kernzin wordt uitgewerkt door middel van: voorbeelden of een toelichting

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!

Pak je boek Op Niveau erbij.
Ga naar blz. 153/154

Lees tekst 13: Harige griezels

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
Log in bij Lessonup.
Ga naar: Begrijpend Lezen les 5
Maak vraag 1 t/m 8 op slide 26 t/m 33

De vragen horen bij:
tekst 13: Harige griezels

Slide 25 - Diapositive

1. Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?

Slide 26 - Question ouverte

2. In welke zin staat de belangrijkste informatie van alinea 2?

Slide 27 - Question ouverte

3. Schrijf in eigen woorden op wat bedoeld wordt met hun giftanden in te zetten (r. 23).

Slide 28 - Question ouverte

4. In welke zin staat de belangrijkste informatie van alinea 3?

Slide 29 - Question ouverte

5. Is de laatste alinea de slotalinea van de tekst? Leg je antwoord uit.

Slide 30 - Question ouverte

6. Wat is de belangrijkste informatie van deze alinea?

Slide 31 - Question ouverte

7. Schrijf de kernzin van alinea 2, 3 en 4 op.

Slide 32 - Question ouverte

8. Schrijf voor elke alinea op wat de andere zinnen bij de kernzinnen zijn. Kies elke keer uit:
A toelichting
B voorbeelden

Slide 33 - Question ouverte