weet je welke leesstrategieën er zijn en wanneer je welke kunt inzetten bij het lezen van een tekst
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Leesstrategieën
Aan het einde van de les:
weet je welke leesstrategieën er zijn en wanneer je welke kunt inzetten bij het lezen van een tekst
Slide 1 - Diapositive
Leesstrategieën, wat waren dat ook alweer?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Vidéo
Wat is GEEN leesstrategie?
A
globaal lezen
B
plezierig lezen
C
intensief/nauwkeurig lezen
D
zoekend lezen
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste leesstrategie als je wilt weten waar de tekst over gaat?
A
intensief/nauwkeurig lezen
B
zoekend lezen
C
globaal lezen
D
studerend lezen
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste leesstrategie als je precies wilt weten wat er in de tekst staat?
A
zoekend lezen
B
studerend lezen
C
intensief/nauwkeurig lezen
D
oriënterend lezen
Slide 6 - Quiz
Wanneer gebruik je de leesstrategie 'zoekend lezen'?
A
Als je moet zoeken naar de tekst
B
Als je geen zin hebt om de hele tekst te lezen
C
Als je een samenvatting wilt maken van de tekst
D
Als je een antwoord wilt vinden in de tekst op een vraag
Slide 7 - Quiz
Wat doe je NIET als je kritisch leest?
A
tussenkopjes lezen
B
bekijken wie het geschreven heeft
C
de bron bekijken
D
feiten controleren
Slide 8 - Quiz
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Intensief/nauwkeurig lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Studerend lezen
Tekst bruikbaar?
Tekst betrouwbaar?
Hoofdzaken tekst?
Ik wil de tekst begrijpen.
Informatie onthouden
Waar staat de nodige informatie?
Slide 9 - Question de remorquage
Je kijkt in je agenda hoe laat je bij de tandarts moet zijn. Welke leesstrategie zet je in?
A
intensief/nauwkeurig lezen
B
globaal lezen
C
oriënterend lezen
D
zoekend lezen
Slide 10 - Quiz
Je bladert aan het begin van de les de paragraaf door om te kijken waar de les over gaat. Welke leesstrategie zet je in?
A
globaal lezen
B
oriënterend lezen
C
intensief/nauwkeurig lezen
D
kritisch lezen
Slide 11 - Quiz
Je leert woordjes voor Engels uit je hoofd, omdat je morgen een toets hebt. Welke leesstrategie zet je in?
A
kritisch lezen
B
globaal lezen
C
studerend lezen
D
intensief/nauwkeurig lezen
Slide 12 - Quiz
Je leest een artikel in de krant (over een vulkaanuitbarsting) heel goed, omdat je precies wilt weten wat er is gebeurd. Welke leesstrategie zet je in?
A
intensief/nauwkeurig lezen
B
oriënterend lezen
C
kritisch lezen
D
studerend lezen
Slide 13 - Quiz
Voorbeeldtekst
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Leesstrategieën
Aan het einde van de les:
weet je welke leesstrategieën er zijn en wanneer je welke kunt inzetten bij het lezen van een tekst