dinsdag 17 sept

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hausaufgaben dinsdag 17 sept

Leren Redemittel DN

maken oef 23 + 24

Ziel heute/doel vandaag

weten welke zinnen je in der Klasse kunt gebruiken. + weten wanneer je der/die/das/die mv moet toepasen

Redemittel zinnen

ik overhoor door een aantal zinnen DN te vragen + herhalen 

aantal woorden/Idiom

lidwoorden

Eerst klassikaal lezen wb blz 182

Daarna oef 23 en 24 nakijken wb blz 29/30

luisteroefening 25

we vertalen eerst de zinnetjes op wb blz 6 en 7.

Daarna gaan we de luisteroef maken wb blz 31/32

zum Schluss

maken zin 7 t/m 23 + klassikaal nakijken.

hoe zat het ook al weer?

1. der--> mannen/mannetjesdieren --> der Mann / der Stier
2. dagen van de week --> der Montag/ der Dienstag usw.
3. maanden --> der Januar/ der Februar usw.
4. seizoenen --> der Winter/ Der Frühling usw.

die (ev=enkelvoud)

1. die --> vrouwen/vrouwtjesdieren --> die Frau/ die Kuh
2. woorden die eindigen op een -e--> die Adresse, die Lampe
3. woorden die eindigen op: heit, keit, schaft, ung, 

das=onzijdig

1. het woorden zijn vaak in het Duits das --> het kind=das Kind het land=das Land,    het paard=das Pferd
2. woorden die eindigen op -chen of -lein --> das Brötchen, das Mädchen (UITZONDERING DUS NIET DIE vrl)

die (mv-meervoud)

altijd die als het meerdere zijn dus meervoud -----> die Eltern

Hausaufgaben donderdag 19e

Leren formatieve toets. Leerwerk staat op som

Succes