1.2 elektriciteit in huis

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

1.2 elektriciteit in huis

Lesprogramma

1. herhaling
2. huiswerk
3. elektriciteit in huis
   
4. aan de slag

Niels heeft drie verschillende lampjes parallel aangesloten op één batterij. Door lampje 1 loopt een stroom van 0,1 A, door lampje 2 een stroom van 0,25 A en door lampje 3 een stroom van 0,6 A.

Bereken de totale stroomsterkte.

De meterkast

Zekeringen

De zekering schakelt de stroom uit wanneer deze te hoog wordt door overbelasting of kortsluiting.

kWh-meter

De energiemeter of kWh-meter meet het energieverbruik.

Groep

Een aantal stopcontacten en lichtpunten zit samen op één groep. Vanuit de meterkast loopt een aparte leiding voor elke groep.

Aardlekschakelaar

De aardlekschakelaar schakelt de stroom uit bij lekstroom.

Hoofdkabel

Huisinstallatie 

- groepenkast     - kWh meter

- zekeringen        - groepen

Fasedraad = staat een spanning op van 230 V

Nuldraad = staat geen spanning (maakt stroomkring)

Schakeldraad = staat alleen spanning op als de schakelaar in de AAN-stand staat

Kortsluiting

Als een snoer beschadigd is, kunnen de draden elkaar raken. 

Dan gaat de stroom niet door het apparaat maar meteen terug. 

Dan volgt er overbelasting in de meterkast. Dit noem je kortsluiting.

Veel apparaten hebben een dubbele isolatie om ze hier tegen te beschermen. Ook beschermd de aardlek hier tegen.

Kortsluiting

Overbelasting

• Maximumstroom per groep: 16A  
• Meer = brandgevaar

• teveel apparaten => overbelasting

• want: stroom hangt af van aangesloten vermogen

Overbelasting

aan de slag

maken 1 t/m 9 van §1.2

§1.1 nog niet af? maak die opgaven eerst!