Gedragsproblemen

Gedrags- leer- en ontwikkelingsproblemen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Gedrags- leer- en ontwikkelingsproblemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma 
• Autismespectrumstoornissen (ASS)
• ADHD 
  • Hooggevoeligheid
  • Vragen?  


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten gedragsproblemen of stoornissen kennen jullie al?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Autismespectrumstoornis (ASS)
Waar er voorheen werd gesproken over PDD-NOS, Asperger en Klassiek Autisme, zijn deze sinds 2013 in de DSM-5 samengevoegd onder de noemer autismespectrum stoornis

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ASS
- De diagnose wordt gemiddeld rond 5,7 jaar gesteld. 
- Vroeger dan het derde levensjaar kan de diagnose meestal niet gesteld worden omdat er veel verschillende symptomen op kunnen treden en het kind zich nog kan ontwikkelen. 
- Een belangrijk gegeven is dat ruim 60 procent van de kinderen met ASS een verstandelijke beperking heeft (een IQ lager dan 70). 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee hoofdkenmerken ASS
1. Problemen met de wederkerige sociale communicatie en sociale interactie.
2. Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses en actviteiten. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als het gaat om 'problemen met de wederkerige sociale communicatie en sociale interactie' denk ik aan de volgende kenmerken?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als het gaat om 'Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses en activiteiten' denk ik aan de volgende kenmerken?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Vereenvoudigd zien de kenmerken van kinderen en jeugdigen en jongeren met autisme er zo uit: 
Communiceren met kinderen met ASS
* Wees kort en duidelijk; * Noem eerst de naam van het kind, voordat je iets vraagt of uitlegt; * Stel concrete vragen; * Maak communicatie visueel; afbeeldingen etc.; *  Vraag altijd of het kind je begrepen heeft;  * Vermijd benoemen van je gevoelens;  * Eis geen oogcontact, dit kan bedreigend zijn. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de drie hoofdkenmerken van ADHD.
A
Aandachtsproblemen
B
Impulsiviteit
C
Rusteloosheid
D
Hyperactiviteit

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedragskenmerken bij onoplettende beeld

Slide 14 - Carte mentale

Snel afgeleid zijn.
Dromerig zijn.
Passief lijken.
Teruggetrokken zijn.
Ongeorganiseerd en vergeetachtig zijn.
Niet lijken te luisteren.
Niet luisteren naar wat anderen zeggen.
Vaak dingen kwijt zijn.
Gemakkelijk afgeleid zijn.
Moeite hebben met het sociale gebeuren in de groep/klas/omgeving.
Moeilijk instructies kunnen volgen.
Vaak iets kwijtraken of verliezen.
Moeilijk blijvend de aandacht kunnen richten.
Moeite om aandacht bij taken of spelactiviteiten te houden.

Gedragskenmerken van ADHD bij overwegend hyperactief/impulsief beeld

Slide 15 - Carte mentale

Moeilijk stil kunnen zitten.
Moeilijk op zijn beurt kunnen wachten.
Van de ene naar de andere activiteit hollen.
Niet rustig kunnen spelen.
Overdreven veel praten
Anderen in de rede vallen.
Zich vaak in gevaarlijke situaties storten.
Zichzelf moeilijk kunnen afremmen.

Hoe omgaan met kinderen met ADHD
• zorg voor een zichtbaar dagprogramma;
• kondig veranderingen van tevoren aan,
• zorg voor een opgeruimde omgeving en stel regels op over het opruimen;
• wees duidelijk over het begin en het einde van de taak of activiteit;
• zorg dat alle benodigdheden voor een taak van tevoren klaarliggen;
• gebruik korte, duidelijke zinnen
• geef één opdracht tegelijk;
• spreek op een rustige toon;

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HOOGGEVOELIGHEID

Hoogsensitiviteit (HSP)

 Nieuwetijdskinderen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denken jullie aan bij 'Hooggevoeligheid'?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hooggevoeligheid? 
- Iemand die zeer gevoelig is noemen we hoog gevoelig of hoogsensitief
- Meer dan gemiddeld gevoelig voor indrukken en prikkels
- Merkt meer signalen en details op
- Geen stoornis
- Een karaktereigenschap, aangeboren temperament
- 20 % van de bevolking is dit
- Geen diagnostisch begrip zoals ADHD of PDD-nos, maar een normatieve omschrijving zoals hoogbegaafdheid



Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe herken jij hooggevoeligheid bij kinderen? Noem een aantal signalen

Slide 21 - Question ouverte

Overprikkeling
Diep nadenken
Eetproblemen
Slaapproblemen
Huilbaby’s
Concentratieproblemen
Intense beleving van emoties
Zaken anders interpreteren
Lang onwel voelen na conflicten
Moeite met grote taken / activiteiten

Opdracht 
- Met dezelfde groepen aan de slag in subkanalen op Teams
- Geef een omschrijving van een kind uit de praktijk die jij als hooggevoelig typeert en die hierdoor mogelijk extra begeleidingsbehoefte heeft.
- In hoeverre heeft dit kind extra ondersteuning nodig? 
- Formuleer een aantal tips voor de begeleiding van het kind 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra: Tips bij het begeleiden 
- Wees op de hoogte van hooggevoeligheid en deel deze kennis.
-  Erken de gevoelens van het kind, zorg voor rustige/veilige omgeving
- Vertel over de planning van de dag of week, of maak deze samen met het kind.
- Geef het kind houvast en structuur door gebruik te maken van rituelen.
- Praat met het kind over zijn hooggevoeligheid (in overleg met ouders).
- Verdeel opdrachten in deelopdrachten.
- Benoem het als je ziet dat een kind overprikkeld is geraakt (emotioneel reageert, prikkelbaar is, afwezig, vergeetachtig, angstig of ongemotiveerd gedrag) en geef alternatieven aan.
-Het kind mag ervaren dat (ongewenst) gedrag consequenties heeft, maar straf niet te streng en niet collectief.
- Wees alert op pesten op buitensluiten.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen? 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions