3.2 Temperatuur meten

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk check/ inhaal
Herhaling 3.1
Leerdoelen 3.2
Uitleg 3.2
Samen oefenen met LessonUp 
Zelfstandig werken
Huiswerk Opschrijven
Afsluiten

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur meten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling vorige les

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De drie toestanden waarin je water (en andere stoffen) kunt tegenkomen, noem je fasen.
Water komt in de natuur voor:
• als vaste stof: ijs;
• als vloeistof: (vloeibaar) water;
• als gas: waterdamp.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kristallen


Kristalstructuur - Ze kunnen verschillende vormen hebben, maar een sneeuwkristal heeft altijd 6 hoeken.

(Vaste stof)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten neerslag
          Dauw                         Rijp                           Ijzel

Slide 9 - Diapositive

DAUW - Hele kleine waterdruppeltjes, zitten vaak sochtends op grassprieten als het erg vochtig is buiten. 

Rijp - Bestaat uit kleine ijskristallen, die bomen en planten heel mooi wit kunnen maken.

Ijzel - Zeer koude regen bevriest als het de grond raakt of een bevroren boom. Hierdoor kan het vaak heel glad zijn als het regent en heel koud is. 
Sneeuw bevindt zich in de ... fase
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

IJs
Hagel
IJzel
Sneeuw

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ijs drijft op water.
Is de dichtheid van ijs groter of kleiner dan water?
A
Groter
B
Kleiner

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke fase bevindt water zich op punt A?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
- Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
- Hoe maak je een schaalverdeling op een thermometer.
- Je kunt verschillende soorten thermometers benoemen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is temperatuur?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is temperatuur?

 'Temperatuur' is een woord dat aangeeft 
hoe warm of hoe koud iets is. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De thermometer
Om de temperatuur te meten, gebruik je een thermometer
Deze bestaat uit een reservoir, een stijgbuis en een schaalverdeling

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaalverdeling
Om een schaalverdeling te maken kan je de thermometer in water zetten.
Dit water moet 0 °C en 100 °C.
Zo kunnen die temperaturen worden afgestreept.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere soorten thermometers
Digitale thermometer                                Infrarood thermometer                      Bimetaal thermometer

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere soorten thermometers
Analoge oven thermometer
Elektrische koortsthermometer

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur meet je met een..
A
dikke teen
B
je tong
C
thermometer
D
meetlat

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de temperatuur daalt, dan krimpt de alcohol in de stijgbuis
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kom je allemaal een thermometer tegen?

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het vriespunt van water?
A
5 °C
B
3 °C
C
100 °C
D
0 °C

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het kookpunt van water?
In graden.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten deze thermometers?
vloeistof thermometer
digitale thermometer
bimetaal

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de opdrachten 1 t/m 10 van 3.2
Klaar? Maak testjezelf van 3.2
Zelfstandig aan het werk
timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
- Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
- Hoe maak je een schaalverdeling op een thermometer.
- Je kunt verschillende soorten thermometers benoemen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk volgende les
Maak van hoofdstuk 3 paragraaf 2
vraag 1 t/m 9

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions