Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
hoe de Alpen zijn gevormd
wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
wat het verschil is tussen verwering en erosie
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn endogene en exogene krachten?
Slide 4 - Carte mentale
B97 Endogene en exogene krachten
De aardkorst verandert van twee kanten:
Van binnenuit door endogene krachten: Aarde bestaat uit: aardkern, aardmantel en aardkorst. Hoe dieper, hoe warmer -> door hitte ontstaan convectiestromen die breuken veroorzaken in de aardkorst
Van buitenaf doorexogene krachten: verwering en erosie (temperatuur, wind, water, etc.)
Slide 5 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa. Vroeger: tropische zee -> daarom: dikke lagen sedimentgesteenten (zand, planten- en dierenresten, stenen)
Door endogene krachtenzijn breuken in de aardkorstontstaan
Slide 6 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
Deaardkorst bestaat uit bewegende schollen / platen.
3 soorten bewegingen: 1. uit elkaar 2. naar elkaar 3. langs elkaar
-> naar elkaar: er ontstaan gebergten
Slide 7 - Diapositive
Het ontstaan van de Alpen
80 miljoen jaar geleden: de plaat waarop Afrika ligt beweegt naar het noorden.
De zeebodem tussen Europa en Afrika boog, plooide en brak.
30 miljoen jaar geleden: de Alpen worden tegen Europa aan geduwd.
Deel Europa gerimpeld als een tafellaken: opheffing. Ontstaan plooiingsgebergte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
B110 Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf
Er zijn vier verschillende reliëfvormen:
Hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m.
Middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.
Heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m.
Laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 1 t/m 4 Repetitie inkijken
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 11 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
hoe de Alpen zijn gevormd
wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
wat het verschil is tussen verwering en erosie
Slide 12 - Diapositive
Soorten gebergten
De Alpen zijn een jong gebergte.
Jonge gebergten
Oude gebergten
Hoog
Lager
Steile hellingen
Flauwe hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde toppen
Diepe dalen
Minder diepe / bredere dalen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Verwering
Verschillen in jong en oude gebergten door: exogene krachten. Verwering = uiteenvallen van gesteente onder invloed van
weer en plantengroei.
2 soorten:
1. Mechanische verwering 2. Chemische verwering
Slide 15 - Diapositive
Mechanische verwering
Mechanische verwering (fysische verwering) = het gesteente valt uiteen zonder van samenstelling te veranderen.
Vorstverwering / vorstwerking:
1 water dat in spleten van gesteente is gezakt, bevriest. 2 door de bevriezing zet het water een beetje uit. 3 de spleten worden steeds breder. 4 er brokkelen stukjes steen af (= verwering)
Verwering door grote verschillen in dag- en nachttemperaturen -> in woestijnen en hooggebergten.
Verwering door uiteendrukken van gesteenten door plantenwortels
Slide 16 - Diapositive
Chemische verwering
Chemische verwering = als de chemische samenstelling wél verandert. De mineralen reageren met zuurstof of water.
VB: kalkgesteente lost op in zuur grond- of regenwater -> Karst = landschapsvormen die hierdoor ontstaan.
VB: Een mineraal (ijzer) gaat roesten. Het gesteente wordt minder hard wordt en kan verkruimelen.
Slide 17 - Diapositive
Verwering
Verweringsmateriaal = het ontstane puin na verwering. Het verweringsmateriaal blijkt ter plekke liggen bij verwering.
Onder invloed van de zwaartekracht kan dit verweringsmateriaal naar beneden rollen of schuiven = massabeweging
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Erosie
Verweringsmateriaal kan zich later verplaatsen door:
eerst de zwaartekracht
daarna water, wind en ijs (gletsjers, landijs, sneeuw)
Tijdens dit transport vindt erosieplaats. Erosie = afschuren en uitschuren van gesteente door met verweringsmateriaal beladen water, ijs of wind. Hoe ouder een gebergte, hoe meer verwering en erosie. -> gevolgen: vlakker, lager, minder steil, bredere dalen.
Tot slot: sedimentatie: het meegevoerde materiaal wordt ergens neergelegd. Het landschap wordt weer opgebouwd.
Slide 20 - Diapositive
Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 5 t/m 8
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 21 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
hoe de Alpen zijn gevormd
wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
wat het verschil is tussen verwering en erosie
Slide 22 - Diapositive
De Alpen zijn ontstaan door
A
Exogene krachten
B
Endogene krachten
Slide 23 - Quiz
Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland
Tussen 500-1500 m
Hoger dan 1500m
Tussen de 200-500 m
Onder de 200 m
Slide 24 - Question de remorquage
Welke twee soorten verwering bestaan er?
Slide 25 - Question ouverte
Vorstverwering is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
Slide 26 - Quiz
Karst ontstaat door het oplossen van ..... in .....