6.3

6.3 
Hoe komt de overheid aan geld? 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

6.3 
Hoe komt de overheid aan geld? 

Slide 1 - Diapositive

De overheid ontvangt sociale premies om uitkeringen te betalen. Op welke manier ontvangt de overheid nog meer geld?

Slide 2 - Question ouverte

Geld voor de overheid
De meeste inkomsten krijgt de overheid uit belastingen.
Er zijn verschillende soorten belastingen. 
Zoals inkomstenbelasting, iedereen die een inkomen heeft betaald deze belasting. Als je voor een werkgever werkt dan word dit loonbelasting genoemd.

Slide 3 - Diapositive

Waar denk je aan bij
BTW?

Slide 4 - Carte mentale

BTW
BTW staat voor belasting over de toegevoegde waarde
Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs. 
Alle BTW die een winkelier ontvangt moet hij weer doorgeven aan de belastingdienst.
De verkoopprijs met btw samen noemen wij consumentenprijs.
De verkoopprijs is voor de winkelier zelf.

Slide 5 - Diapositive

We kennen een hoog en laag BTW tarief. Over welke producten zou ik een hoog tarief moeten betalen en over welke een laag tarief? Schrijf je antwoord op zo
Laag = antwoord en Hoog = antwoord

Slide 6 - Question ouverte

Inclusief en Exclusief
Als  wij het hebben over een prijs voor de koper (consumentenprijs)  dan is dit inclusief BTW .De prijs is dan geen 100% maar 121% of 109%
Voorbeeld:
Een tv kost €399 dit is inclusief BTW wat kost de tv dan exclusief?
€399 : 121 x 100 = € 329,75
De BTW is dus 
€399 - € 329,75 = €69,25

Slide 7 - Diapositive

Inclusief en Exclusief
Als de prijs exclusief is dan moet je de BTW nog uitrekenen.
Voorbeeld:
Eem broek kost €96 dit is exclusief BTW, de BTW bedraagt 21% wat is dan de consumentenprijs?
€96 : 100 x 21 = € 20,16
De prijs word dan:
€96 + € 20,16 = € 116,16

Slide 8 - Diapositive

De btw op een telefoon is 21%. De prijs exclusief btw is €350. Bereken de verkoopprijs inclusief btw.
A
€73,50
B
€423,50
C
€276,50
D
€350

Slide 9 - Quiz

Een broodje kost inclusief BTW €2,50. De btw is 9%. Wat is de prijs exlusief btw?
A
€ 2,72
B
€ 2,06
C
€ 2,36
D
€ 2,29

Slide 10 - Quiz

Subsidie
Als de overheid iets wil stimuleren dan kunnen zij hiervoor geld geven. Dit noemen wij een subsidie

Slide 11 - Diapositive

Noem een voorbeeld waarvoor de overheid een subsidie kan geven?

Slide 12 - Question ouverte

Accijns
Als de overheid vind dat sommige producten slecht voor jouw zijn of voor het milieu dan maken ze gebruik van een extra verbruiksbelasting. Dit noemen wij accijns
Accijns komen nog een keer over de prijs heen inclusief BTW.

Slide 13 - Diapositive

Accijns

Slide 14 - Carte mentale