De Kasus: Quiz jezelf!

De Kasus: Quiz jezelf!

Leerdoel

Aan het einde van deze les begrijp je de verschillende Kasus en kun je ze toepassen in zinnen.

Wat weet je al over de Kasus?

Wat zijn Kasus?

Kasus zijn grammaticale categorieën die de functie van een woord in een zin aangeven, zoals de nominatief, genitief, datief en accusatief.

Nominatief

De nominatief wordt gebruikt voor het onderwerp van een zin. Het woord blijft onveranderd.

Genitief

De genitief wordt gebruikt om bezit aan te geven. Het woord krijgt een -s of -es het einde.

Datief

De datief wordt gebruikt voor het indirect object. Het woord krijgt een -em of -en aan het einde.

Accusatief

De accusatief wordt gebruikt voor het direct object. Het woord blijft meestal onveranderd, maar soms krijgt het een -en aan het einde.

Oefening: Kasus Quiz

Beantwoord de volgende vragen om je kennis over de Kasus te testen. Kies het juiste antwoord uit de opties.

Der Hund spielt mit ____ Knochen.

1. den
2. dem
3. das
4. der

Ich gebe ____ Freundin ein Geschenk.

1. mein
2. meinen
3. meiner
4. meine

Er kommt aus ____ Stadt.

1. das
2. den
3. der
4. die

Wir gehen in ____ Park spazieren.

1. den
2. das
3. der
4. die

Ich sehe ____ Film im Kino.

1. ein
2. einem
3. einen
4. eine

Welches Personalpronomen passt in den Satz? Kannst du ____ bitte helfen?

1. uns
2. mir
3. dir
4. ihm

Setze das richtige Personalpronomen in den Satz ein: ____ kommt morgen zu Besuch.

1. sie
2. wir
3. er
4. es

Welches Personalpronomen passt in den Satz? Lisa und Tim spielen mit ____ Hund.

1. ihrem
2. eurem
3. unserem
4. seinem

Setze das richtige Personalpronomen in den Satz ein: ____ hast du gestern gesehen?

1. wer
2. wen
3. was
4. wem

Welches Personalpronomen passt in den Satz? Ich gebe ____ das Buch.

1. es
2. sie
3. ihm
4. ihn

Samenvatting

Tijdens deze les hebben we geleerd over de verschillende Kasus en hoe ze worden gebruikt in zinnen.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.