Par 9.2: welvaart en crisis in de VS

Lesdoelen:
  • In deze les leer je hoe de economie zich ontwikkelde in de jaren 1920.
  • In deze les leer je hoe de economische wereldcrisis ontstond in 1929.
  • In deze les leer je oorzaken van de wereldcrisis.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen:
  • In deze les leer je hoe de economie zich ontwikkelde in de jaren 1920.
  • In deze les leer je hoe de economische wereldcrisis ontstond in 1929.
  • In deze les leer je oorzaken van de wereldcrisis.

Slide 1 - Diapositive

From this (Roaring Twenties)
To this (Great Depression 1930's)

Slide 2 - Diapositive

Boeren:
“Ik produceer lekker veel voor de arme Europese boeren. Hun land is helaas kapot door de Eerste Wereldoorlog.
Om alles te bekostigen, leen ik geld van de aardige bankiers om tractoren en andere machines te kopen. Dit hoef ik pas over een aantal jaar terug te betalen, fijn hè?”

Slide 3 - Diapositive

Geef een indirecte oorzaak van de crisis in de VS

Slide 4 - Question ouverte

Arbeiders:
“Ik heb genoeg werk voor mijn hele leven! Iedereen koopt maar koelkasten, radio’s, auto’s en andere luxe producten! 
Het kan niet gekker, lijkt het wel! 

Ook ik heb genoeg geld om luxe te kopen. En ik heb zelfs geld bij de bank geleend om aandelen van bedrijven te kopen! Mij en mijn gezin kan nu niets meer gebeuren!”

Slide 5 - Diapositive

Geef een indirecte oorzaak van de crisis in de VS.

Slide 6 - Question ouverte

Jan met de pet:
“Mjoah, beetje geld lenen, beetje theater bekijken en hier en daar een wijntje, of een fles of 3, ha ha ha! Nee hoor, wij nemen het er van! Terwijl Europa kapot gegaan is, kan het bij ons in de VS niet meer stuk.”

Slide 7 - Diapositive

Geef een indirecte oorzaak van de crisis in de VS.

Slide 8 - Question ouverte

Bankiers:
“Wij hebben alles netjes voor elkaar en alle leningen keurig bijgehouden. Ook onze leningen naar Duitsland schrijven we netjes op.

Veel mensen lenen nu voor uitbreidingen van hun bedrijf of voor aandelen. Het lijkt alsof iedereen gelukkig is in deze tijd. Wat kan er nog misgaan?”

Slide 9 - Diapositive

Geef een indirecte oorzaak van de crisis in de VS.

Bonus: geef het indirect gevolg van de crisis in de wereld.

Slide 10 - Question ouverte

Kortom:
  • Overproductie agrarische en industriële sector.
  • Vol vertrouwen in de Amerikaanse economie en dus willen kopen en lenen. 
  • Geven van leningen vanuit de bankensector (aan mensen die misschien niet kredietwaardig zijn)

WAT KAN ER NU NOG MISGAAN?

Slide 11 - Diapositive

Nou...
  • Europese boeren weten hun eigen land weer te bewerken. --> dus blijven Amerikaanse boeren met overproductie zitten.

  • Europese industrie krabbelt op --> dus blijven Amerikaanse bedrijven met overproductie zitten.

Bedrijven VS komen in problemen en twijfel neemt toe op de beurs. Extreme daling koersen (Beurskrach)

Slide 12 - Diapositive

Toetsvraag:
De Grote Depressie werd indirect veroorzaakt door overproductie.
Geef aan in welke twee sectoren deze overproductie plaatsvond en leg telkens uit hoe dit heeft bijgedragen aan de crisis.
(2 punten)

Slide 13 - Question ouverte

Lesdoelen:
  • In deze les leer je hoe de economie zich ontwikkelde in de jaren 1920.
  • In deze les leer je hoe de economische wereldcrisis ontstond in 1929.
  • In deze les leer je oorzaken van de wereldcrisis.

Slide 14 - Diapositive

Crisisbestrijding
In deze les leer je hoe de crisis werd bestreden.

Slide 15 - Diapositive

President Hoover: Overheid moet niet ingrijpen.
Presidentskandidaat Roosevelt: De overheid moet actief ingrijpen.

Slide 16 - Diapositive

Hoover:
"Prosperity is just around the corner."

Niet ingrijpen door overheid (of alleen met bezuinigingen). Laat de markt zijn werk doen.

Doordat de prijzen van de producten zouden dalen, zou de vraag zich weer herstellen en daardoor de productie weer toenemen.

Hoe kunnen werklozen echter producten kopen?

Slide 17 - Diapositive

Benoem de ideologie van Hoover en wat voor gevolg dit had voor de economie.

Slide 18 - Question ouverte

Franklin D. Roosevelt
Overheid moet zich actief met de markt bemoeien: New Deal
- Overheidssteun aan banken
- Financiering openbare werking (ten koste van enorme overheidsschulden)
- Uitkeringen aan werklozen
- Betalen schulden van huizenbezitters.

Slide 19 - Diapositive

Om de crisis te bestrijden greep Roosevelt vanaf 1933 in de economie in.
- Noem een manier waarop hij dat deed en wat hiervan het gevolg was.
(2 punten)

Slide 20 - Question ouverte

Crisisbestrijding
In deze les leer je hoe de crisis werd bestreden.

Slide 21 - Diapositive