Argo thema 7 ergon 16

ARGO les 32: ergon 16
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

ARGO les 32: ergon 16

Slide 1 - Diapositive

Neem p. 139 van je hulpboek erbij voor ergon 16.

Slide 2 - Diapositive

Vraag α

Slide 3 - Diapositive

Welke vertaling hoort bij zin 1?
A
Het is nodig dat jij zelf je mond opent, als je het lekker brood wilt eten of het water wilt drinken.
B
Omdat ze zwakker zijn worden de kleine kinderen erg geslagen door hun groterevrienden.
C
Omdat hij een dappere sporter wilde worden zoals Kastor trainde de zoon (zich) goed.
D
Omdat wij bevolen werden door onze moeder, wasten wij onze handen en voeten.

Slide 4 - Quiz

Welke vertaling hoort bij zin 2?
A
Het is nodig dat jij zelf je mond opent, als je het lekker brood wilt eten of het water wilt drinken.
B
Omdat ze zwakker zijn worden de kleine kinderen erg geslagen door hun groterevrienden.
C
Omdat hij een dappere sporter wilde worden zoals Kastor trainde de zoon (zich) goed.
D
Omdat wij bevolen werden door onze moeder, wasten wij onze handen en voeten.

Slide 5 - Quiz

Welke vertaling hoort bij zin 3?
A
Het is nodig dat jij zelf je mond opent, als je het lekker brood wilt eten of het water wilt drinken.
B
Omdat ze zwakker zijn worden de kleine kinderen erg geslagen door hun groterevrienden.
C
Omdat hij een dappere sporter wilde worden zoals Kastor trainde de zoon (zich) goed.
D
Omdat wij bevolen werden door onze moeder, wasten wij onze handen en voeten.

Slide 6 - Quiz

Welke vertaling hoort bij zin 4?
A
Het is nodig dat jij zelf je mond opent, als je het lekker brood wilt eten of het water wilt drinken.
B
Omdat ze zwakker zijn worden de kleine kinderen erg geslagen door hun groterevrienden.
C
Omdat hij een dappere sporter wilde worden zoals Kastor trainde de zoon (zich) goed.
D
Omdat wij bevolen werden door onze moeder, wasten wij onze handen en voeten.

Slide 7 - Quiz

Vraag β

Slide 8 - Diapositive

γίγνεσθαι
(γίγνομαι)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 9 - Quiz

βουλόμενος
(βούλομαι)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 10 - Quiz

ἐγυμνάζετο
(γυμνάζω)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 11 - Quiz

τύπτονται
(τύπτω)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 12 - Quiz

κελευόμενοι
(κελεύω)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 13 - Quiz

ἐλουόμεθα
(λούω)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 14 - Quiz

ἀνοίγεσθαι
(ἀνοίγω)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 15 - Quiz

βούλει
(βούλομαι)
A
1, actief ww
B
2, medium intr.
C
3, medium tantum

Slide 16 - Quiz

εινδε

Slide 17 - Diapositive