File 1 - This is me -Anglia Test + 1 5 t/m 18

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

0

Tijdens de les/uitleg

• Ipad dicht of op de kop/ hoek van je tafel.
• Tijdens de uitleg is het stil
• Actieve houding
• Vragen? Na de uitleg. Hand up ;)       

Toetsen File 1

• Woensdag 28 september: words A/B/C 
  
  
• Woensdag 12 oktober:
  Toets File 1 + zinnen

Schrijf ze in je Plenda!

This lesson

1. Video	Queen E	Start
2. Placement test	Anglia	level
3. Bingo		numbers
4. Lunch break		pauze
5. To have		uitleg
6. Make	15 till 18	homework
7. Quizizz	game	afsluiten

Leerdoelen

afmaken van een Anglia test en ontdekken wat jouw start level van Engels is.

Herhalen van het werkwoord to be.

Oefenen met het nieuwe werkwoord TO HAVE

Do you remember?

• To be  = 
• I = .....................
  you=....................
  she/he/it=..........
  we=......................
  they=...................

zijn

am

are

is

are

are

Anglia Placement Test

Voor dat je start luister en kijk goed mee naar de uitleg.

Ben je klaar, dan maak je de opdrachten t/m 15 af.

Step 1

Go to:

www.anglia.nl 

click on:
voor leerlingen/
bepaal je niveau...

Step 2

Click on:

First Step: Preliminary

Step 3

You finished the first part. 
Use your school email.

Step 4

click on: 
Continue to Stage...

Step 5

What do they mean?

Find the odd one out:
Welke hoort er niet bij.

Finish till the end.

Maak een schermafbeelding van het eind resultaat. 
Stuur het in teams naar :
S.vanderwal-zwalve

Je krijgt deze uitslag ook in je e-mail.

Check of je opdracht 12 en 15 af hebt.  Oefen de woordjes.

BINGO

1. We go for a L form 
   
2. It's a blind Bingo, so you have to listen very well.

Bingo.

• Make a grid (9 hokjes)
•  choose 9 numbersy
• Good luck!

basisonderwijs.online

To Have

new verb

What do you already know?

Ik                              heb

jij                              hebt

hij/zij/het              heeft

wij                            hebben

jullie                        hebben

zij                             hebben

• I have
• you have
• he/she/it has
• we have
• you have
• they have

To HAVE =Hebben

Zijn of hebben?

• Hij heeft een hond.                     zijn/hebben?
• Mijn moeder is bijna jarig!       zijn/hebben?
  In English:
• We are best friends.                   to be/to have?
• I am fifteen years old.                to be/to have?
• My best friend has an Ipad.     to be/ to have?

Let's try and make: 16 till 18

File 1

• Make 16/17/18

Ready? 

1. Practice the words A/B/C
2. Make a worksheet

BINGO

1. We go for a L form 
   
2. It's a blind Bingo, so you have to listen very well.

Bingo.

• Make a grid (9 hokjes)
•  choose 9 numbersy
• Good luck!

basisonderwijs.online

Huiswerk>Somtoday>Vakken

Homework

Do(/finish):

• Exercise 15 till 18
  
  

Next Lesson:

• Family names

quizlet.com