The Past Simple (Be/Have)

The Past Simple (Be/Have)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

The Past Simple (Be/Have)

Slide 1 - Diapositive

The Past Simple
De Past Simple gebruik je om te praten over iets wat in het verleden is gebeurd. Dit kan een korte actie zijn, iets wat een tijdje duurde of iets wat vaak gebeurde.

'He was at home yesterday. 

Slide 2 - Diapositive

Past Simple van 'to be'
Wat betekent 'to be'?: Het betekent zijn.

Hoe ziet 'to be' eruit in de Past Simple?
Het verandert naar was of were, afhankelijk van het onderwerp:
I, he, she, it → was
You, we, they → were

Voorbeelden:
I was at home yesterday.
She was tired after school.

Slide 3 - Diapositive

In ontkennende zinnen gebruik je wasn’t (was not) of weren’t: (were not) 

I wasn’t/was not at home yesterday.
They weren’t/ were not happy with the results.

Slide 4 - Diapositive

Past Simple van 'to have'
Wat betekent 'to have'?: Het betekent hebben.

Hoe ziet 'to have' eruit in de Past Simple?
Het verandert naar had voor alle personen.

Voorbeelden:
I had a red bike.
She had a lot of homework.
They had a fun day.

Slide 5 - Diapositive

 In ontkennende zinnen gebruik je didn’t of did not:

I didn’t have a red bike.


Slide 6 - Diapositive

Vul de juiste vorm in:
I ___ at school yesterday.
A
was
B
were

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
They ___ not in the classroom.
A
was
B
were

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
She ___ a big teddy bear.
A
had
B
have

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
___ you tired after the trip?
A
Was
B
Were

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in (verleden tijd!)
He ___ a great idea!
A
had
B
has

Slide 11 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
'He was in the park yesterday.'

Slide 12 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
I had a lot of homework.

Slide 13 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
They were very tired after the game.

Slide 14 - Question ouverte

Verbeter de zin:
He were late for the bus.

Slide 15 - Question ouverte

Verbeter de zin:
I didn’t was at home yesterday.

Slide 16 - Question ouverte

Verbeter de zin:
She hadn’t a pet when she was young.

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal de zin naar het Engels:
Ik was gisteren laat.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal de zin naar het Engels:
Hij had een nieuwe fiets vorig jaar.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal de zin naar het Engels:
Waren jullie op vakantie in Spanje?

Slide 20 - Question ouverte