OMDAT

Het voegwoord 'OMDAT'

The connecting word 'omdat (because)
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het voegwoord 'OMDAT'

The connecting word 'omdat (because)

Slide 1 - Diapositive

omdat: Connects 2 (two) sentences.
- All verbs go in the end of the 2nd sentence (werkwoorden komen ACHTERAAN in de zin)
Multiple verbs in the 2nd sentence: Conjugated verb related to the subject followed by the infinitive or Conjugated verb related to the subject followed by the perfect tense 

Slide 2 - Diapositive

OMDAT
Als je omdat gebruikt, komen alle werkwoorden achteraan in de zin!
All the verbs go towards the end of the sentence, when we use the conjunction word 'omdat'

Slide 3 - Diapositive

'Omdat' gebruik je om antwoord te geven op een VRAAG.

Waarom kom je niet op school?
omdat ik ziek ben!
omdat ik een afspraak heb!
omdat ik mijn been gebroken heb!
Ik kom niet op school, omdat ik ziek ben.

Ik kom niet op school, omdat ik een afspraak heb.

Ik kom niet op school, omdat ik mijn been heb gebroken..

Slide 4 - Diapositive

Er is geen les, .....
A
omdat de docent ziek is.
B
omdat de docent is ziek.
C
omdat ziek is de docent.
D
omdat is ziek de docent.

Slide 5 - Quiz

Hafid stopt met voetballen, ....
A
omdat hij vindt het niet meer leuk.
B
omdat hij het niet meer leuk vindt.
C
omdat hij niet meer leuk vindt het.
D
omdat hij het niet meer vindt leuk.

Slide 6 - Quiz

Ali blijft vandaag thuis, ....
A
omdat hij erge hoofdpijn heeft.
B
omdat hij heeft erge hoofdpijn.
C
omdat hebt hij erge honger.
D
omdat hij erge honger hebt.

Slide 7 - Quiz

Sandra geeft een feestje, .....
A
omdat ze is jarig.
B
omdat ze jarig bent..
C
omdat ze jarig zijn.
D
omdat ze jarig is.

Slide 8 - Quiz

Ahmed belt zijn vriend op, ....
A
omdat hij wil niet alleen naar het zwembad.
B
omdat hij niet alleen wil naar het zwembad.
C
omdat hij niet alleen naar het zwembad wil.
D
omdat hij niet alleen naar het zwembad wilt.

Slide 9 - Quiz

De boot naar Texel vaart niet....
A
omdat het mist erg.
B
omdat het erg mist.
C
omdat mist het erg.
D
omdat erg mist het.

Slide 10 - Quiz

De auto's botsen....
A
omdat de bestuurders niet goed kijken.
B
omdat de bestuurders kijken niet goed.
C
omdat de bestuurders niet kijken goed.
D
omdat kijken de bestuurders niet goed.

Slide 11 - Quiz

Er ligt ijs op de vijver,.....
A
omdat vriest het hard.
B
omdat het vriest hard.
C
omdat het hard vriest.
D
omdat het vriezen hard.

Slide 12 - Quiz

We kunnen schaatsen,....
A
omdat het heeft hard gevroren.
B
omdat het hard hebt gevroren.
C
omdat het hard heb gevroren.
D
omdat het hard heeft gevroren.

Slide 13 - Quiz

Is deze zin grammaticaal correct?
Ik ben moe, omdat ik gisteren te laat naar bed ben gegaan.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Is deze zin grammaticaal correct?
Ik bel hem, omdat ik hem moet vragen iets.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Is deze zin grammaticaal correct?
Het is hier koud, omdat de centrale verwarming het doet niet.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Is deze zin grammaticaal correct?
Ik ben boos, omdat jij altijd je afspraken vergeet.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Is deze zin grammaticaal correct?
Ik ben laat, omdat mijn auto het doet niet.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Is deze zin grammaticaal correct?
Ik ben blij, omdat ik heb een goed cijfer gekregen.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Maak een zin met 'omdat'

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien