H3 Quiz KGT

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

H3 Quiz KGT

Paragraaf 1

Wat zijn de 3 verschillende fasen van stoffen?

• Vast
• Vloeibaar
• Gas

Wat is kenmerkend aan sneeuwkristallen?

• Hebben een zeshoekige structuur
• Kunnen microscopisch klein zijn maar ook centimeters lang.

Waterdamp kun je zien

1. Waar
2. Niet waar

Mist bestaat uit waterdamp

1. Waar
2. Niet waar

Takken en grasprieten worden wit door ijs. Dit komt door ...

1. Dauw
2. Rijp
3. Ijzel

s'Ochtends kunnen grasprieten en bladeren kletsnat zijn. Dit komt door ...

1. Dauw
2. Rijp
3. Ijzel

H3 Quiz KGT

Paragraaf 2

Noem de verschillende onderdelen van de thermometer.

A

Stijgbuis

B

Reservoir

C

Schaalverdeling

Noem 2 verschillende thermometers

• Analoge thermometer
• Digitale thermometer
• Vloeistof thermometer

Welke stof zit tegenwoordig in een vloeistofthermometer

1. Kwik
2. Water
3. Alcohol
4. Propaan

H3 Quiz KGT

Paragraaf 3

Welke faseverschillen staan hier?

C

Condenseren

A

Rijpen

B

Smelten

Welke faseovergang treedt op als je tijdens een practicum water doet koken?

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Sublimeren
4. Rijpen

Welke faseovergang treedt op als je een glas water in de vriezer zet?

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Sublimeren
4. Bevriezen (stollen)

Welke faseovergang treedt op als de spiegel beslaat bij het douchen

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Sublimeren
4. Rijpen

H3 Quiz KGT

Paragraaf 4

Noem 2 stoffen die vast zijn bij kamertemperatuur (21)?

• Aluminium
• Goud
• Ijzer
• Lood 

Als het buiten gesneeuwd heeft, strooien ze zout over de wegen. Waarom?

• Het zout verlaagd het vriespunt van de sneeuw. Hierdoor kan de sneeuw eerder smelten.

Als een stof zijn kookpunt bereikt gaat de stof.

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Stollen
4. Smelten

In de oven smelt lood maar
aluminium niet. Welke
temperatuur kan het zijn?

1. 136
2. 267
3. 389
4. 678